Het groothertogdom Luxemburg leent zich prima voor een daguitstap. Dichtbij en toch zo anders, heeft het land veel te bieden. En dan hebben we het niet alleen over goedkope benzine en drank, maar vooral over de vele verkeersarme kronkelwegen die je er kunt vinden.
Geschreven door Philippe Bonamis, Jacques Berghmans Foto’s Thierry Dricot
We starten de route in Bastogne, waar we per toeval een patisserie ontdekken waar je heerlijk kunt ontbijten. Er is zelfs een motorparking vlak voor de deur! Met een goedgevulde maag vertrekken we richting Pommerloch, vlak over de Luxemburgse grens, waar we meteen goedkoop voltanken. Niet alleen het sappige Luxemburgs verraadt dat we België achter ons hebben gelaten, ook de onberispelijke staat van het wegennet is een weggevertje. Even verderop laten we de gewestwegen achter ons en duiken we landelijker wegen in die ons via Kaundorf naar Esch-sur-Sûre leiden.
Het groene landschap wordt hier gedomineerd door de prachtige kasteelruïnes en wie daar zin in heeft kan uitgebreid verpozen op een van de terrasjes met zicht op de Sûre. Niet alleen het landschap is hier groen: ook de Michelinkaart kleurt steeds groener en daar wordt elke rechtgeaarde motorrijder natuurlijk instant gelukkig van. Bochten, bochten, perfect asfalt en nog meer bochten… Wat wil een mens nog meer? Houd er wel je aandacht bij, want de wegen hier zijn omzoomd met bomen en daar ga je natuurlijk liever niet van al te dichtbij mee kennismaken.
In plaats van de vallei uit te rijden en het knappe kasteel van Bourscheid te bezoeken – net iets te toeristisch naar onze smaak – kiezen we ervoor om de rivier te blijven volgen. Even verderop omzeilen we ook Diekirch en wenden we de steven naar Ettelbrück, op de grens van Ösling en Gutland. Ook hier is er weer bijzonder weinig verkeer en genieten we van bochten à volonté. In Reisdorf gaan we even de N19 op – uitkijken voor frequente radarcontrole! – om naar Wallendorf-Pont bij de Duits-Luxemburgse grens te rijden. Na een typisch Duitse lunch in Körperich duiken we opnieuw Luxemburg in en gaat het naar Vianden. De weg naar Vianden is een waar bochtenfestijn, de prachtige vergezichten krijg je er zomaar gratis bovenop. Via kleinere slingerbaantjes komen we in Arzfeld terecht, op de kruising die Prüm met Clairvaux verbindt. Om in Sankt Vith te komen, zouden we in principe de E42 op kunnen rijden.
Maar een route als deze sluit je natuurlijk in schoonheid af en daarom kiezen we voor een laatste, overvloedige portie bochtenplezier die ons van Lichtenborn naar Burg-Reuland brengt. Dat dorpje is niet alleen bekend om zijn kasteel, maar natuurlijk ook voor het drielandenpunt waar de Belgische, Duitse en Luxemburgse grenzen samenkomen. Van hieruit is het nog maar een paar – kronkelige – kilometer tot in Sankt Vith, een van de twee belangrijkste steden van onze Oostkantons (de andere is, zoals je weet, Eupen). Op het rondpunt aan de Prümer Strasse en de Hauptrasse staan we plots oog in oog met een ietwat vreemde ‘decoratie’, want het rondpunt is opgesmukt met… een motorfiets. Wat die Jawa 350 met zijspan daar staat te doen? De jaarlijkse Sonnenfahrt aankondigen blijkbaar, een motortreffen ten voordele van andersvaliden. Fijn initiatief!