De route start en eindigt in Malmédy. De lus is 160 kilometer lang, maar aangezien je kilometers aan een stuk door heel landelijk gebied rijdt kan je hier flink wat meters maken. Haspel je het rondje op een drafje af, dan heb je het binnen de 2,5 uur achter de rug.
In het niemandsland tussen Hünningen en Büllingen overstemt het geknor van mijn maag het gedreun van de boxer en zet ik de motor aan de kant om een boterham achter de kiezen te duwen. Op het moment dat ik de route rijd ligt er nog een pak sneeuw in de berm (half april, serieus?!), maar de zon doet haar best om toch het voorjaar aan te kondigen. Een roofvogel cirkelt boven me, zou die straks het restje salami dat van tussen mijn boterham gevallen is komen wegpikken? Ik en de roofvogel, we lijken wel de enige twee levende wezens in dit fantastisch mooie gebied. Glooiende weides zo ver het oog reikt, aan de einder een paar windmolens en verder slechts hier en daar een eenzame boom. Ik pas mij aan en kauw wat trager. Deze schaftpauze mag gerust iets langer duren.
Vanuit Malmédy brengt de route je eerst zuidwaarts om vanaf Sankt-Vith de flirt met de Duitse grens in te zetten. De N626 volgt vanaf Sankt-Vith de kronkelingen van de Our en is een puur genot voor motorrijders. Als je die N626 in Andler verlaat, moet je eventjes wat langer in je achteruitkijkspiegels turen, want op de rotshelling achter je wordt jaarlijks een hillclimb georganiseerd. Leuk voor de deelnemers en het publiek, maar vooral winstgevend voor de garagisten en carrossiers uit de buurt…
Met de Duitse grens nog altijd op de spreekwoordelijke steenworp afstand vordert de route noordwaarts en klim je stukje bij beetje hoger. Meermaals dwarst de route de Vennbahn, een 125 km lange voormalige spoorweg die tot fietspad werd omgevormd. De Vennbahn is heel populair want het fietspad zorgt ervoor dat je zonder veel hoogtemeters te maken van Aken in Duitsland naar Troisvierges in Luxemburg kunt pedaleren. Tussen de stuwmeren van Bütgenbach en Robertville is het voor motorrijders aangenaam sturen, de langste rechte lijn van de hele route leid je meteen ook naar het hoogste punt van de dag én van ons land: het Signal de Botrange.
Spa biedt meer dan kansen genoeg om even de beentjes te strekken, het buitenrijden van Spa loodst je door een compleet ander gebied. Riante villa’s in de loofbossen doen dit stukje Wallonië bijna ruimtelijk wanordelijk Vlaams aanvoelen. De afdaling richting La Gleize geniet onder Vlaamse en Nederlandse fietsers wereldfaam omdat – in omgekeerde richting dan – de 4,5 kilometer lange klim naar de ‘top’ van de 556 meter hoge Col du Rosier ideaal is om een conditietest te doen. Met internationale richttijden en alles erop en eraan, zodat je als vijftienjarig pukkelhoofd met geschoren benen al weet of je voorbestemd bent om wielrenner te worden of niet.
Langs de Amblève trekken we in gestrekte draf naar Coo om van daaruit weer voor kleinere wegen te kiezen om de laatste dertig kilometer soldaat te maken. Op soms smalle weggetjes moet er flink wat geklommen en gedaald worden, met het eindpunt in zicht moet je er dus wel nog eventjes je verstand bij houden.
Download de route
Stuwmeer van Bütgenbach: Het meer van Bütgenbach duikt na 52 kilometer voor het eerst op langs de route, maar de volgende zes kilometer blijf je vlakbij het 120 hectare grote stuwmeer op de Warche. Het stuwmeer is een van de toeristische trekpleisters van de Oostkantons met verschillende campings, strandjes en veel horeca. Afhankelijk van je ingesteldheid een hoogte- dan wel dieptepunt langs de route…
Twilight Café: Na het meer van Bütgenbach maakt de route een lusje noordwaarts om in Nidrum aan het Twilight Café te passeren. Edgard Wirtz opende in 1985 in het ‘centrum’ van Nidrum zijn muziekcafé dat al snel uitgroeide tot een begrip in de regio. “We organiseerden het ene concert na het andere en de mensen kwamen van overal naar Nidrum. Ik was zowat de enige concertorganisator in Wallonië”, lacht Edgard die er nog altijd uitziet als een rocker uit de jaren tachtig. Het Twilight Café verhuisde naar een nieuwe locatie (Zosterbach 20 in 4750 Nidrum) en vanuit het muziekcafé ontstond het Roots Rock-festival waar wereldtoppers als Uriah Heep en UFO op het podium stonden. Het Twilight Café bestaat nog, maar Edgard heeft mede door de coronadrooglegging moeite om zijn levenswerk in stand te houden. Dus als je in het weekend de route rijdt, knijp dan in Nidrum even de remmen dicht. Edgard serveert je met plezier een drankje of een snack, de machtige verhalen uit de tijd van toen krijg je er gratis bovenop.
Signal de Botrange: Het Signal de Botrange ligt niet exact langs de route, om er te komen moet je vlak voor Mont Rigi op de N68 rechts de N676 opdraaien en die een paar honderd meter volgen. Met 694 meter is het Signal de Botrange het hoogste punt van België. Kwestie van toch aan de ‘magische grens’ van 700 meter te komen, liet de militaire gouverneur Herman Baltia er in 1923 een zes meter hoge bult aanleggen.
Watervallen van Coo: Met een hoogte van dertien tot vijftien meter (afhankelijk van de informatiebron) kan je de watervallen van Coo bezwaarlijk de Niagara Falls van de Ardennen noemen, maar als je er voor staat blijft het toch best een aangenaam schouwspel. Met dank aan de monniken die een meander van de Amblève verlegden om hun molen van water te voorzien. De natuur deed de rest.
Tekst en route Bart De Schampheleire Fotografie Thierry Dricot