Kort getest: Harley-Davidson Sportster S

De Sportster mag dan al een icoon zijn binnen het Harley-gamma, het huidige management in Milwaukee weet dat er iets moet gebeuren om de veranderende achterban te blijven boeien. Dus gingen ze met de nieuwe Sportster S aan de slag…

De Sportster is niet alleen een naam die klinkt als een klok binnen het Harley-jargon, het is ook een model dat de kassa deed rinkelen. Als lichtste en budgettair meest toegankelijke Harley had de Sportster de taak om jonge rijders naar het merk te lokken. En daar slaagde de Sportster ook in, want sinds 2000 is het model in Europa goed voor 40 % van de verkochte Harleys. Moest de Sportster vroeger vooral scherp geprijsd en ‘behapbaar’ zijn voor beginnende motorrijders, voor de nieuwe Sportster S mocht het wel iets meer zijn. Tijdens de testrit bleek het al snel véél meer te zijn.


Harley nam de Revolution Max 1250T van de Pan America als basis, een krachtbron waarvan we weten dat die bij acceleratietesten probleemloos z’n potje meeblaast met de Multistrada V4 en de BMW R 1250 GS. Als je op de technische gegevens van de Sportster S de waarden ‘121 pk’ en ‘125 Nm’ ziet staan, dan weet je al vóór de testrit dat de nieuwe motorisch een stuk krachtiger voor de dag komt dan zijn voorouders. Ook het klassieke wiegframe ging op de schop, Harley koos voor een moderne constructie waarbij het frame zo goed als ontbreekt. Zowel het balhoofd als het subframe zitten rechtstreeks op het blok gemonteerd, waardoor de motor slechts 228 rijklare kilo’s op de weegschaal zet. Best een mooie waarde.

Met het nadrukkelijk lage silhouet en het ronde kontje verwijst de Sportster S wel nog naar zijn voorgangers, de led-lichtbalk op de voorvork oogt echter modern en de gigantische Dunlops zijn voer voor discussie. Die 180 mm achterslof is nog oké, maar die 160 mm voorband zuigt wel heel veel aandacht naar zich toe en doet meteen vragen rijzen over het stuurgedrag van de motor. Die vragen zijn al in de eerste bocht beantwoord want door het vrij puntige profiel duikt die 160 mm brede lap rubber toch snel en soepel naar de apex.


Dat de Sportster S bij het uitkomen van de bocht de neiging heeft om een beetje wijd te lopen, vraagt wat gewenning. De 32° hellingshoek is snel op, zeker als je op goed asfalt rijdt. Op wegdek van ondermaatse kwaliteit is het de achtervering die als eerste door de mand valt. Achter was er slechts ruimte voor een schamele 37 mm veerweg, waardoor Showa de monoshock zo veel veervoorspanning moest geven dat het comfort flink onder de maat blijft. Absoluut een gemiste kans, al zullen de chiropractors en fysiotherapeuten van deze wereld blij zijn met de volle orderboekjes dankzij de Harley-rugpatiënten.


Maakt niet uit met welke Sportster je ooit gereden hebt, aan het stuur van de nieuwe Sportster S zijn de motorische sensaties van een andere orde. Vanaf 2.000 toeren is het blok één en al souplesse, vanaf 4.000 toeren gaat het al flink vooruit en bij 6.000 toeren trek je een blik vermogen open waar nog nooit een Sportster-rijder toegang toe had. De Rain-modus moet de boel heel houden op een natte rotonde, in Road-modus rijdt de Sportster S aangenaam, maar het is pas in Sport-modus dat het echt leuk wordt. Met als enige minpuntje de trage gasrespons als je vanuit het niets heel bruut het gas openschroeft. De Brembo vierzuigerremklauw op de voorvork moet alles uit de kast halen om je enthousiasme een halt toe te roepen, de enkelzuiger achter biedt gelukkig een bruikbaar vangnet.


Conclusie
Een icoon vernieuwen is altijd lastig. Ga je met de fluwelen handschoen of met de botte bijl te werk, er zal altijd wel kritiek zijn. De nieuwe Sportster S is helemaal bij de tijd en biedt meer motor dan ooit tevoren voor een correct tarief. Het uiterlijk zal niet bij iedereen in de smaak vallen, maar het blok is fantastisch en het stuurgedrag dynamisch genoeg. Alleen jammer dat de beperkte actieradius en de veel te stugge vering achter de pret beperken tot een kilometer of 120.

Plus- en minpunten
+ Looks
+ Heerlijke krachtbron
+ Soepele en trefzekere versnellingsbak
– Keiharde achtervering
– Injectie in Sport-modus
– Klein tankje = beperkte actieradius

Lees de volledige test in Motorrijder september 2021 of KicXstart september 2021.

Motor: 1.252cc, 4 kl./cil., vloeistofgekoelde V-twin
Boring x slag: 105 x 80 mm
Compressieverhouding: 12:1
Max. vermogen: 121 pk @ 8.000 tpm
Max. koppel: 125 Nm @ 6.000 tpm
Gewicht: 228 kg (rijklaar)
Zithoogte: 751 mm
Tankinhoud: 11,8 l.
Kleuren: oranje/zwart, wit/zwart, (oranje/zwart)
Prijs België: € 16.795,-
Prijs Nederland: € 19.795,-

Tekst Pieter Ryckaert • Fotografie Harley-Davidson

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red

Can-Am Origin

Kort getest: Can-Am Origin

Hilariteit alom als ik de presentatieruimte van de Can-Am Origin in Austin, Texas binnenwandel. Ik heb niet door wat er zo grappig is, tot een