Kort getest: Suzuki GSX-S1000GT

De opmars van de allroads was de voorbije jaren zo verpletterend dat het segment van de sporttoerders in al zijn voegen kraakte. Met uitzondering van de Kawasaki Ninja 1000SX en de BMW R 1250 RS doofde de hele categorie uit als een nachtkaars. Dat uitgerekend Suzuki de klasse nieuw leven zou inblazen met de GSX-S1000GT is verrassend.

Suzuki is uiteraard niet onbekend met het bouwpakketprincipe en de Japanners hebben al decennialang spulletjes verzameld. Een rijwielgedeelte hier, een swingarmpje daar en een motorblokje uit magazijn 13 samengevoegd en ziedaar: een nieuwe sporttoerder. Suzuki maakte wel degelijk gebruik van de ervaring en voorraad (zo werden frame en swingarm ‘gerecupereerd’ van de GSX-S1000F, en de 999cc vier-in-lijn gaat eigenlijk al terug naar de GSX-R1000 van 2005), maar gelukkig werd er wel meer gedaan dan simpelweg wat bestaande onderdelen samenknutselen tot een nieuwe motor. Zo sleten de ingenieurs uren in de windtunnel om de GSX-S1000GT een moderne, maar tegelijk ook functionele kuip te bezorgen – en daar zijn ze prima in geslaagd.


Het puntige design oogt heel modern, de twee kleine koplampjes in de spitse snuit doen wat aan Yamaha denken en ook de spiegels zijn aerodynamisch verfijnd. De zithouding is redelijk rechtop, met weinig druk op de knieën. Jammer genoeg zagen de designers geen mogelijkheid om het windscherm van het verstelmechanisme van de V-Strom-ruit te voorzien. Het vaste kuipruitje zorgt er namelijk voor dat je met je helm vol in de wind zit, van turbulenties is er gelukkig geen sprake. In de optielijst staat wel een flip-up waarvan we (nog) niet weten of die functioneel is. Dat zo’n toevoeging de moderne looks van de Soes vakkundig de nek om draait, daar zijn we wel van overtuigd.


De 999cc vierpitter (uiteraard Euro5-conform) heeft 152 pk tussen de watergekoelde ribben en is technisch identiek aan de molen die de GSX-S1000 naked aanvuurt. Ondanks de identieke vermogenswaarden en overbrengingsverhoudingen voelt de GSX-S1000GT een tikkeltje minder potent aan, meer dan vermoedelijk omdat de GT met zijn 226 rijklare kilo’s wat meer massa te verplaatsen heeft. Waarmee we trouwens niet gezegd hebben dat de GT een toerslak is, verre van. De vierpitter raast met veel enthousiasme door zijn digitale toerenteller en tikt in een mum van tijd 230 km/u aan. De soundtrack uit de airbox is de beste motivatie om vooral niet alleen maar rustig te toeren, al kan de krachtbron dat wel degelijk. In zijn zesde versnelling met 1.500 tpm door hartje Parijs sjokken, de GSX-S1000GT vindt het allemaal best.


De koersvastheid van de Soes is meer dan overtuigend genoeg om deze motor het label ‘GT’ toe te kennen, dit soort machines moet je immers in staat stellen om zonder bruin streepje in de onderbroek kilometers weg te jakkeren op de Autobahn. Hebben sommige motoren nog moeite met de combinatie van de begrippen ‘stabiel’ en ‘kwiek’, dan swingt de S-1000GT probleemloos rond die dualiteit. De Suzuki stuurt dankzij het vrij brede stuur licht en precies … op voorwaarde dat je eerst de vering wat opschroeft, want standaard staat de verenwinkel te nadrukkelijk op comfort afgesteld. Jammer genoeg kan je de veervoorspanning achter niet met een externe knop instellen, toch wel een gemiste kans op een sporttoerder waarmee je vandaag wil toeren met passagier achterop en morgen solo wil gaan knallen.


Vanuit de elektronicawinkel is er goed en slechts nieuws te melden. Nee, de GT is niet uitgerust met een IMU of adaptieve vering die de machine naar een hoger niveau had kunnen tillen. Anderzijds: méér elektronica zou ook de kostprijs opgedreven hebben, en de verhouding prijs/kwaliteit is nu net een van de sterkste argumenten van deze motor. Op vlak van dashboard ging Suzuki wél tot het gaatje, want het 6,5” TFT-scherm met connectiviteit en een massa eenvoudig te selecteren en aan te sturen functies is subliem.

Conclusie
‘Voor dat geld is het best een prima motor’ was een zin waarmee de test van een Suzuki vroeger vaak werd afgesloten. Dat geldt nog steeds voor de GSX-S1000GT, maar los van de prijs heeft Suzuki met de GT simpelweg ook een bijzonder fijne motorfiets geproduceerd. Eentje waar de weinige overblijvende concurrenten in zijn segment beslist een beetje nerveus van mogen worden.

Plus- en minpunten
+ Soepel en krachtig blok
+ Ergonomisch doordachte motor
+ Sportief stuurgedrag
– Windscherm niet verstelbaar
– Geen externe regelknop voor achtervering
– Laatste elektronische snufjes ontbreken

Lees de volledige test in Motorrijder november 2021 of KicXstart november 2021.

Motor: 4 kl./cil., 999cc DOHC vloeistofgekoelde vier-in-lijn
Boring x slag: 73,4 x 59,0 mm
Compressieverhouding: 12,2:1
Max. vermogen: 152 pk @ 11.000 tpm
Max. koppel: 106 Nm @ 9.250 tpm
Gewicht: 226 kg (rijklaar)
Zithoogte: 810 mm
Tankinhoud: 19 l.
Kleuren: Glass Sparkle Black, Metallic Triton Blue, Reflective Blue
Prijs België: € 14.299,-          
Prijs Nederland: € 16.499,-

Tekst Randy van der Wal • Fotografie Suzuki

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red

Can-Am Origin

Kort getest: Can-Am Origin

Hilariteit alom als ik de presentatieruimte van de Can-Am Origin in Austin, Texas binnenwandel. Ik heb niet door wat er zo grappig is, tot een