Kort Getest: Yamaha MT-10

Na vijf jaar trouwe dienst krijgt de MT-10, Yamaha’s vlaggenschip uit de Master of Torque-vloot, een stevige opfrisbeurt.

Yamaha’s MT-10 dateerde alweer van 2016, wat intussen een eeuwigheid geleden lijkt, en kan kort door de bocht beschouwd worden als een naakte YZF-R1. Gezien de dynamische kwaliteiten van de R1 is dat alleen maar goed nieuws. Qua looks ben ik niet helemaal overtuigd, de MT-10 beschikt niet bepaald over het meest organische lijnenspel, en Yamaha lijkt niet de moeite te hebben genomen om de bekabeling en zaken als de claxon netjes weg te werken. Maar toch hééft hij toch iets, de MT-10.


Eens gezeten in het 10 mm hogere en iets hardere zadel valt op dat de MT-10 veel kleiner is dan je zou verwachten. De wielbasis is bijvoorbeeld 2,5 cm korter dan die van de MT-09, het stuur voelt erg smal en ook het dashboard valt naar moderne maatstaven vrij klein uit. Vanaf de eerste meters voelt de MT-10 lichter en wendbaarder dan je op basis van z’n opgegeven rijklaargewicht van 212 kg zou vermoeden.

Hoewel het regent, vertrek ik in de standaard B-rijmodus; omdat ik in Rain het directe aanvoelen van het volledig elektronisch gestuurde gashendel mis. De Bridgestone S22’s weren zich kranig, maar aan deze snelheid – we bevinden ons in de stad – bouwen ze geen warmte op. Op elk zebrapad gaat het achterwiel spinnen als je ook maar dénkt aan gasgeven, van antislipverf hebben ze in Spanje kennelijk nog nooit gehoord. Toch voelt het koppelrijke blok van de Yamaha niet zo agressief aan dat je alsnog naar een geknepen modus overschakelt, laat staan dat je aan zaken als tractiecontrole gaat zitten vogelen. Daarover gesproken, ik mis een beetje een iets praktischere of modernere joystick om het menu te bedienen. De knoppen zijn wel groot genoeg, maar ze doen wat ouderwets aan.


Is het in de stad al duidelijk voelbaar dat de MT-10 behoorlijk strak afgeveerd staat, dan wordt die indruk nog versterkt wanneer we het stadsverkeer achter ons laten en de open wegen opzoeken. In deze natte omstandigheden verkies ik toch een iets minder stugge basisafstelling, wat doorgaans de feedback ten goede komt.

De MT-10 doet ondertussen hard zijn best om me te bekoren met z’n blok: mooi te doseren op behapbare snelheden, en met een kleine inspanning van je rechterpols instant om te turnen tot volbloed hooligan. De vier-in-lijn voelt over zowat de hele linie ontzettend vol en krachtig, de bijhorende serenade is een extra motivatie om de gaskleppen verder open te draaien. De uitstekend werkende quickshifter geeft bij het terugschakelen een toefje ‘autoblip’, maar ik doe er graag een schepje extra bovenop door alsnog de koppeling erbij te pakken en een extra dot gas te geven. Heerlijk.


Naarmate de middag vordert, droogt het op en kan het tempo de hoogte in. Het is op dit moment dat de MT-10 z’n meer dan gezonde bochtenhonger toont. Hoewel hij zich met z’n korte wielbasis nergens voor hoeft te schamen in technisch, kort bochtenwerk, laat de Yamaha zich juist bijzonder strak door de snelle, lange zwiepers leiden. Hij stuurt erg vlot in, waarbij hij net aan de goede kant van ‘nerveus’ of ‘overdreven agressief’ blijft. Terwijl de strakke set-up van de vering nu veel beter tot z’n recht komt, blijf ik wel kampen met een klein gebrek aan gevoel en vertrouwen; met name in de voorpartij.


Die laatste procentjes die ik nodig heb om vol overgave elke bocht in te duiken, kan ik net niet vinden. Voor de goede orde moet ik er wel even bij vertellen dat we spreken over snelheden die eerder thuishoren op een circuit, maar ik ken een paar directe concurrenten die net iets beter scoren qua feedback en vertrouwen. Waar ze dan weer niet of nauwelijks beter doen, is het blok. Terwijl ik de MT-10 richting de rode zone jaag, brult, roffelt en grolt de crossplane CP4 zo intens dat de haren in m’n nek spontaan overeind komen. Het is op momenten als deze dat de directe link met de WK Superbike winnende broer eens te meer duidelijk wordt…

Conclusie
Na een dag rijden blijf ik achter met een dubbel gevoel. De MT-10 is een geweldig apparaat, dat valt niet te ontkennen, met als kroonjuweel een blok dat op zich al 10.000 euro van de vraagprijs waard is. Het uiterlijk kan me intussen wel bekoren, bepaalde zaken zoals de wat omslachtig te bedienen elektronica dan weer niet – al zou dat me niet van een aankoop weerhouden, want dat soort zaken went wel. Het rijwielgedeelte overtuigt, maar toch zou ik graag een iets minder strak afgestelde MT-10 willen proberen, wat misschien later dit jaar nog wel moet lukken.


Plus- en minpunten
+ Geweldig motorblok
+ Elektronica
+ Aparte styling
– Stugge basisafstelling
– Bedieningsknoppen
– Afleesbaarheid dashboard

Lees de volledige test in Motorrijder april 2022 of KicXstart april 2022.


Technische gegevens
Yamaha MT-10
Motor: 998cc, 4 kl./cil., vloeistofgekoelde 4-in-lijn
Boring x slag:  79 x 50,9 mm
Compressieverhouding:         12:1
Max. vermogen:         165,9 pk @ 11.500 tpm
Max. koppel:   112 Nm @ 9.000 tpm
Gewicht:         212 kg (rijklaar)
Zithoogte:       835 mm
Tankinhoud:   17 l.
Kleuren:          grijs/cyaan, blauw, zwart
Prijs Nederland:         € 16.990,-
Prijs België:     € 14.999,-

Tekst Pieter Ryckaert • Fotografie Ant Productions

Deel

Gerelateerde artikels

Ducati Panigale V4 S

Kort getest: Ducati Panigale V4 S

Na een jarenlange wedloop om meer power en minder kilo’s ging Ducati op zoek naar een manier om die explosiviteit een beetje te beteugelen. Niet

Dunlop Trail Max Raid

Bandentest: Dunlop Trailmax Raid

Dat zandhappers ook graag een streepje asfalt meepikken, en omgekeerd, is niks nieuws. En Dunlop heeft daarvoor de perfecte band in het gamma. Met een

Honda Forza 750

Getest: Honda Forza 750

De Honda Forza 750 werd in 2021 geïntroduceerd in de Benelux en groeide al snel uit tot een van de populairste maxiscooters. Om die positie