Yamaha’s aanval op de supersport 600-klasse werd in 1999 op de wereld losgelaten. De R6 heeft altijd voorin meegedraaid in de strijd om de titel van beste ‘zeshonderdje’. Zowel op vlak van prestaties als qua sturen en remmen is er nooit ook maar iets mis mee geweest.
Vanaf 2004 kreeg de R6 een stijver frame en radiale remmen, een jaartje later volgden grotere gasklephuizen en een verbeterde motormapping. In 2006 was Yamaha iets te enthousiast met de cijfers die aangaven dat het blok 18.000 toeren draaide, wat sterk overdreven bleek. Neemt niet weg dat het ook vandaag nog een uitstekende, stabiele (circuit)motor is, met neutraal en licht stuurgedrag en een soepel, opwindend blok dat letterlijk schreeuwt om toeren. Dat geldt ook voor de latere doorontwikkelingen: door de jaren heen werd de vering herbekeken, zaken als ECU en injectie werden geüpdatet en er werden kleine wijzigingen doorgevoerd zoals lager geplaatste clip-ons; maar in wezen bleef het dezelfde motor – alleen telkens een tikje beter dan z’n voorganger.
In 2017 kreeg de R6 een laatste echte update, met nieuw kuipwerk dat de familiebanden met de R1 extra benadrukte. Het alu frame werd overgeheveld van het 2016-model, het magnesium subframe was nieuw. Voor de overige componenten ging Yamaha shoppen in eigen rekken: de volledig instelbare 43 mm UPSD werd van de R1 geplukt, net als de radiale remklauwen en dito hoofdremcilinder, terwijl het voorwiel inclusief grotere 320 mm remschijven van de MT-10 geleend werd. Nieuw waren de zesvoudig instelbare tractiecontrole en een quickshifter. Omwille van Euro4 werden er enkele paardjes de stal weer uit geleid, de 2017 R6 was nog goed voor 116 pk @ 14.500 tpm. Sinds modeljaar 2021 is de R6 enkel nog als ‘track only’ beschikbaar onder de noemer R6 RACE.
Het zal niet verbazen dat de R6 niet op comfort focust, toch is de zithouding niet supercompact en behoort (sportief) toeren absoluut tot de mogelijkheden. Het spreekt echter voor zich dat je zelden een R6 zal vinden waarmee alleen maar gezapige toerritjes werden gereden, maar goed onderhouden exemplaren gaan lang mee. Heel lang. De eerste modellen (tot 2003) durven aan kleinere onderdeeltjes zoals boutjes en beugels gevoelig te zijn voor roest, maar echte betrouwbaarheidsproblemen zijn extreem zeldzaam.
Waar je wel mee moet uitkijken: vervangdempers. Op veel circuits kan je enkel met een originele demper terecht, en dan nog is het vaak het inlaatgeluid dat je zal nekken. Een groot deel van de R6’en die in omloop zijn, zijn ingezet als circuitmotor. Aftermarket kuipen zijn een weggever. Een duidelijk getik vanaf de kleppen hoeft geen ramp te zijn, het betekent meestal gewoon dat de kleppen gesteld moeten worden. Controleer bij een eventuele testrit ook of de koppeling niet slipt, en check de eerste en tweede versnelling – zeker de vroegere modellen werden weleens als stuntmotor gebruikt. Maar zoals gezegd: een goed onderhouden R6 gaat lang mee. Heel lang.
Watergekoelde 4-in-lijn • 599cc • 116-122 pk • 190 kg • 17 l • € 1.500 – € 17.000