De ARC Vector is zonder twijfel een van de meest geavanceerde motoren op de markt. De futuristisch ogende creatie is uitgerust met naafbesturing, een carbonfiber swingarm voor én achter, een monocoque frame, Öhlins veerelementen, Brembo Stylema remmen en is, niet te vergeten, volledig elektrisch. O ja, en handgemaakt in Engeland voor een slordige 108.000 euro.
De ARC is nogal een uniek ding, dat mag duidelijk zijn. Zo is er geen sprake van een conventioneel frame, maar verzorgt een monocoque-constructie de verbinding tussen het accupakket en de wielen, vergelijkbaar met de opbouw van een Ducati Panigale. Dat laatste gaat dan weer niet op voor de afwijkende, in eigen huis ontworpen naafbesturing die bijdraagt aan een extreem steile balhoofdhoek van 20°.
Beide swingarmen zijn volledig opgetrokken uit carbonfiber en daarom extreem licht, wat overigens ook geldt voor de uit hetzelfde materiaal vervaardigde BST-wielen. Verder zien we meer exotische zaken zoals de Stylema remmen, carbon zit-unit, ‘keyless’ aan/uit-systeem via een polsband, riemaandrijving en een digitaal dashboard bovenop de (dummy) brandstoftank waaronder de laadpunten zitten verstopt.
Het ontwikkelingsteam achter de ARC wist dat een elektrische superbike zwaar zou zijn en koos daarom voor naafbesturing, om de simpele reden dat dit systeem remmen, sturen en veerfunctie van elkaar scheidt waardoor het op een betere manier moet kunnen omgaan met het hogere gewicht van het accupakket … en gelijktijdig toch gezegend is met een steile balhoofdhoek en een flitsend stuurkarakter.
Fijne bijkomstigheid van de elektromotor was dan wel weer dat de engineers bij de ontwikkeling van het rijwielgedeelte niet met krappe ruimtes moesten worstelen om een radiateur of uitlaatsysteem in weg te moffelen. In eerste instantie voelt ARC met z’n bijna 240 kg zwaar aan, zeker wanneer je de motor aan de hand probeert te manoeuvreren. Andere elektrische motoren – die trouwens flink zwaarder zijn dan deze – zijn om die reden standaard uitgerust met een elektronische achteruit, maar die schittert op de ARC door afwezigheid.
Het beste is dan ook om snel een been over het zadel te gooien en de boel in beweging te zetten. Laat je de fraaie BST wielen eenmaal draaien dan is het wel even wennen geblazen. Die 20° balhoofdhoek is niet alleen op papier indrukwekkend, maar ook in de praktijk. De eerste kilometers moet ik mezelf echt dwingen om later in te sturen dan gebruikelijk omdat ik anders iedere keer letterlijk aan de binnenzijde van de bocht de kantjes ervan af rijd. Dat vergt even tijd, maar je hebt al snel door dat de ARC zich het liefst met opvallend weinig input aan de stuurhelften (en voetsteunen) een bocht in laat sturen.
Feit is wel dat de Vector de vlotst sturende elektrische motor is waar ik ooit mee rondgereden heb. Tegelijkertijd is het ergonomisch allesbehalve een masochistische ervaring, integendeel, de ARC is gezegend met opvallend veel souplesse op veervlak. De gewichtsverplaatsing bij hard accelereren of stevig remmen is maar in beperkte mate aanwezig, nét genoeg om een beetje ‘natuurlijk gevoel’ in het rijwielgedeelte te houden.
Alleen de achterste Öhlins is wat aan de ferme kant qua demping, om de simpele reden dat de schokdemper direct is opgehangen aan de swingarm, zonder linksysteem. Zorg er ook voor dat je niet per ongeluk straatje moet keren, dat heeft al snel iets weg van een olietanker afmeren in de Antwerpse haven…
Verantwoordelijk voor de voorstuwing is de permanent magneet AC-motor, die fraai is weggewerkt achter de blokspoiler en z’n koeling krijgt uit een klein radiateurtje. De elektromotor is goed voor 173 Nm aan koppel en 117 pk aan piekvermogen dat via riemaandrijving z’n weg vindt naar het achterwiel. Dat leidt zoals we gewend zijn van dit type aandrijving tot een verschroeiende accelaratie, de ARC flitst in 3,1 seconden naar 100 km/u en klokt zelfs af op een gelimiteerde 200 km/u. Niet mis.
Maar dan komen we natuurlijk wel meteen bij het gevoelige punt van iedere e-bike: de actieradius. Daar maakte ARC aanvankelijk grote sier mee, maar die 436 kilometer blijkt bij navraag toch niet heel realistisch. De ARC mikt op 320 km bij rustig rijden en 190 bij stevig poken. Dat zijn in elk geval nog acceptabele waarden en vergelijkbaar met die van z’n ‘fossiele’ tegenhangers.
De initiële gasreactie is wat (te) scherp maar draai je de spreekwoordelijke gasschuiven verder open dan is de communicatie met de krachtbron mooi dociel, vergelijkbaar met die van een standaard sportmotor. Schroef je de boel nog verder open dan ervaar je een S 1000 RR-achtige (!) accelaratie, zij het bijgestaan door een futuristische scifi fluittoon.
Je moet jezelf echt afleren om op dat soort momenten je linkervoet continu aan het werk te zetten. Totaal overbodig, schakelen is er niet bij. Het is gasgeven en remmen, als op een scooter. Zij het een hele snelle. Wil je er toch wat vaart uithalen, vrees niet; de Brembo Stylema’s acteren zoals we gewend zijn van ze. Briljant in zowel dosering als vertraging.
Conclusie: Het feit dat de Vector bestaat is al een klein mirakel op zich. De in eigen huis ontwikkelde naafbesturing, de monocoque met accupakket als dragend deel van de constructie, de carbon swingarm voor en achter, de Human Machine Interface connectie… Het lijstje is lang, maar het mooiste is natuurlijk dat al die losse elementen bij elkaar resulteren in een verbluffend goede motorfiets. Een die zeker voor elektrische begrippen zeer licht stuurt, goede feedback geeft, gezegend is met perfecte remmen en beschikt over een onuitputtelijke bak koppel. Oké, het dashboard, de knoppenwinkel en de draaicirkel zijn teleurstellend en je kan natuurlijk niet om de (enorme) prijs heen. Dat maakt dat de ARC vooral personen aan zal spreken voor wie financiën nauwelijks een rol spelen … en die écht iets speciaals willen.
Plus- en minpunten
+ Uniek in z’n soort
+ Mooi gemaakt
+ Naafbesturing mét gevoel
– Dealer, ergens?
– Giga draaicirkel
– Sjeiks only
Lees het volledige testverslag in de Koopgids 2023
ARC Vector
Motor: Permanente Magneet, AC
Max. Vermogen: 117 pk
Max. koppel: 173 Nm
Topsnelheid: 200 km/u
Transmissie: enkele versnelling, riemaandrijving
Frame: monocoque, accupakket als dragend deel
Voorvering: naafbesturing, carbonfiber swingarm, volledig instelbare Öhlins ILX56 shock, veerweg 150 mm
Achtervering: Öhlins TTX56 monoshock, volledig verstelbaar, veerweg 110 mm
Gewicht: 240 kg
Zithoogte: 825 mm
Range: ca. 320 km (normaal) – 190 km (hogere snelheid)
Prijs Nederland/België: vanaf ca. € 108.000,-
Tekst Adam Child • Fotografie Jason Critchell