Het Italiaanse Cagiva is zo’n vijftien jaar vertegenwoordigd geweest in de 500cc-klasse. Hoewel het merk vaak als een fin de carrière-bestemming werd gezien door piloten wiens hoogdagen voorbij waren, vonden ook een aantal jonge toptalenten er de weg naar de koningsklasse. Zo heeft het merk toch een betekenisvolle rol gespeeld in de geschiedenis van de wegracerij.
In 1991 zorgt Cagiva voor een stunt door viervoudig wereldkampioen Eddie Lawson aan zich te binden. Eddie rijdt een zeer mooi seizoen met onder andere twee derde plaatsen en eindigt op een zesde plaats in de eindstand, de eerste toptienklassering voor een Cagiva-rijder.
Het daaropvolgende seizoen strijdt teamgenoot Alex Barros op Assen zelfs mee voor de zege, maar na een spannende strijd moet de Braziliaan uiteindelijk genoegen nemen met een derde plaats. Een GP later schrijft Lawson geschiedenis met een eerste overwinning voor Cagiva. Op een opdrogende Hungaroring rukt ‘Steady Eddie’ vanuit het middenveld op naar voren en komt met een voorsprong van zo’n 14 seconden als eerste over de streep.
Na seizoen 1992 hangt Eddie Lawson de helm aan de haak, verhuist Barros naar Suzuki en worden hun plaatsen ingenomen door Doug Chandler en Mathew Mladin. Het seizoen begint voor Chandler goed als hij op Eastern Creek een derde plaats pakt, daarna presteren zowel Chandler als Mladin echter nogal wisselvallig.
Op Donington Park mag soon to be legend Carl Fogarty aantreden als wildcardrijder. Hij vecht voor het podium, tot hij in de laatste ronde zonder benzine komt te zitten en vlak voor de finish door landgenoot Niall MacKenzie wordt ingehaald.
Vanaf de GP van Tsjechië wordt John Kocinski ingelijfd als derde rijder en hij weet met twee vierde plaatsen onmiddellijk indruk te maken. Op Laguna Seca is de Amerikaan niet te houden en scoort hij voor eigen publiek de tweede overwinning voor Cagiva.
In 1995 neemt Cagiva afscheid van de GP’s. Tijdens de Italiaanse GP op Mugello zou Pierfrancesco Chili nog eenmalig op een Cagiva van het jaar daarvoor aantreden, maar verder dan een tiende plaats komt ‘ie niet…