Mocht Yamaha’s kleinste R ooit jeugdpuistjes hebben gehad, dan is hij die inmiddels allang ontgroeid. De R125 maakt immers al vijftien jaar deel uit van de sportieve line-up, en nu ziet de vierde generatie het levenslicht.
Rijwieltechnisch en motorisch is alles bij het oude gebleven, het zijn dus voornamelijk de uiterlijke verfraaiingen die potentiële R125-rijders over de streep moeten trekken. Het design is wat meer toegespitst op dat van de R1 en R7. Steelt de show: het 5 inch TFT-dashboard. Niet alleen oogt het erg knap, het biedt bovendien een race-interface met onder andere rondetijden, regelbare schakelindicator en (via de MyRide-app) gereden afstanden en snelheden, verbruikscijfers, interventie van tractiecontrole en, jawel, behaalde hellingshoeken.
Een cool speeltje, niet alleen voor overjaarse pubers maar zeker ook voor oudere jongeren in midlifecrisis. Verder valt op het scherm alles zeer ordelijk af te lezen: werking van de optionele quickshifter (pakweg 300 euro), tractiecontrole, benzinebalk, onderhoudsintervallen etc. En ja, dat zag je goed: tractiecontrole. Je moet maar net de pech hebben dat je op volle hellingshoek met een illegaal geloosde jerrycan frituurolie in aanraking komt, hoe krijg je met 15 pk en 11,5 Nm anders de TC in werking gezet. Maar goed, het zit erop.
Niet om schamper te doen, maar zelfs met de Variabele Valve Control kun je bij de R125 niet spreken van ‘bottom power’. Bij geen enkele 125cc, overigens. Toch zal je op sportief vlak weinig krachtiger vinden dan dit blok met opvallend lange slag. De opname vanaf lage toeren voelt pico bello, bij 7.400 tpm wordt de hoge lift van de nokkenas geactiveerd. Die procedure voltrekt zich naadloos, waarna de krukas met speciaal gesmede zuiger het op een draaien zet tot voorbij 12.000 toeren.
Verwacht geen huiveringwekkend geluid, maar op een recht stuk met (toegegeven) lichte rugwind zet de 125cc maar liefst 141 km/u en 10.500 tpm op de klok – wat later via de smartphone gecorrigeerd wordt tot 132 km/u. Zelfs in wisselende omstandigheden zal de R125 altijd goed zal zijn voor zo’n 100 à 110 kilometer per uur. Verre van verkeerd.
Zowel op het kartcircuit van El Vendrell tussen Barcelona en Tarragona als op de fraaie slingerwegen toont de versnellingsbak zich van zijn prima kant, al is de extra gemonteerde quickshifter geen liefhebber van terugschakelen. Zeker bij naderende haarspelden leer je jezelf aan om direct twee of drie versnellingen tegelijk terug te schakelen om bij het uitkomen toch nog bruikbare power binnen handbereik te hebben.
Natuurlijk gaat de volgetankt 144 kilo lichte Japanner als vanzelf de hoek om, zonder al te veel in de bocht vallend voorwiel. Yamaha heeft er goed aan gedaan om in navolging van de grote-jongens-racerij de stuurhelften wat wijder te spreiden voor meer hefboomwerking en minder verkramping. Zo wordt de R125 ook iets geschikter voor sportief stadswerk. Niettemin betrap ik mezelf er bij lange rechte straatstukken al snel op dat ik mijn rechter elleboog op de nieuwe tankcover parkeer. Net als bij de grote jongens, inderdaad.
Ander wapenfeit is de totale stabiliteit van het rijwielgedeelte met fraaie alu achterbrug, mede geholpen door serieuze KYB veerelementen die een aardig compromis vormen tussen straat en circuit. Zo ook de voorste schijfrem die (zeker voor circuitgebruik) wat zompig in het hendel aanvoelt, maar wel adequaat vertraagt.
Waar je als sportieve rijder op een megamotor blunders kunt wegpoetsen met rauwe power, ben je op deze 125 altijd op zoek naar de maximale balans om geen steken te laten vallen. Hoe vreemd het ook klinkt, op een korte kartbaan zit ik helemaal niet te wachten op de vertraging van een set monoblocs, dat haalt de vaart er alleen maar uit. Maar da’s een weetje dat ik pas na twee rondjes begrepen heb nadat ik bijna het asfalt van dichtbij heb geïnspecteerd in een korte draaier: zit er geen gang in, dan val je om.
Conclusie Hoezeer de verleidingen van meer vermogen ook blijven knagen, met een 125cc kun je prima oud worden. Waar je bij afstappende rijders van een R1 altijd blikken van ontzag ziet, word je bij lichte machines als de R125 steevast getrakteerd op lachende gezichten. Hoe immens de motorische verschillen ook mogen zijn; de zoektocht naar ideale instuur-, rem- en acceleratiemomenten blijft wel hetzelfde. Of is eigenlijk nog veel crucialer. En de R125 maakt het allemaal mogelijk. De grootste meerwaarde is dat hij zo volwassen is opgebouwd, het is dus allesbehalve een goedkoop afgewerkte en onderbemeten afgeleide van een onbereikbaar topmodel. Ik hoor je denken: dat mag ook wel voor dat geld.
Plus- en minpunten
+ Meer lol dan een R1
+ Mooie kracht
+ Compleet en fraai gemaakt
– Tractiecontrole eerder een gimmick
– Kwaliteit heeft een prijs
– Ouderwets opvoeren is uitgestorven
Lees het volledige verslag in Motorrijder augustus 2023
Motor: vloeistofgekoelde eencilinder SOHC 4V met variabele kleptiming
Boring x slag: 52 x 58,7 mm
Compressieverhouding: 11,2:1
Max. vermogen: 15 pk @ 10.000 tpm
Max. koppel: 11.5 Nm @ 8.000 tpm
Gewicht: 144 kilo (rijklaar)
Zithoogte: 820 mm
Tankinhoud: 11 l.
Prijs België: € 5.999,-
Prijs Nederland: € 6.999,-
Tekst Joost Overzee • Fotografie Alessio Barbanti, Arnau Puig, Francesc Montero