De jeugd niet meer motorgek? Florine Waeyaert (16) bewijst het tegendeel! In deze minicolumn kan je Florines eerste stappen in de motorwereld volgen: van theorie-examen tot de eerste echte rijervaring.
“Wacht even, volgas en met dichtgeknepen achterrem zo traag mogelijk rijden? Ben je helemaal zeker?” Na talloze avonden op verlaten parkings rondjes rijden en slalommen met mijn Mash trek ik eindelijk naar Rijschool Fury in Geel voor de verplichte vier uur praktijkles en aansluitend praktijkexamen voor mijn rijbewijs AM. Je mag dat examen afleggen met een automaat, dus mijn beperkte koppel- en schakeltechniek heb ik voor de gelegenheid thuis gelaten.
Na een korte briefing over de lesscooters worden we losgelaten met de boodschap: “Doe maar, en stel vragen als die er zijn.” Enthousiast beginnen mijn medeleerling en ik aan de twee uur initiatie. Nadat we een aantal keer de slalom en de achtjes proberen, worden we weer samengeroepen en wordt het belang van kijktechniek stevig in onze oren geknoopt: “Je gaat nooit een lief hebben dat zo goed luistert als je brommer. Het enige wat je moet doen, is kijken waar je naartoe wil en je brommer zal volgen. Profiteer ervan!” Duidelijk. De eerste praktijkles wordt afgesloten met een ritje op de openbare weg, waar we vooral moeten letten op de voorrangswegen en het gebruik van de richtingaanwijzers.
Drie dagen later worden we opnieuw bij Fury verwacht voor de twee vervolguren en het praktisch examen, in guur herfstweer deze keer. Bij de slalom en de achtjes worden de puntjes op de i gezet, zowel het traag rijden – daadwerkelijk volgas, waarbij het gyroscopisch effect van de snel draaiende krukas de brommer rechtop houdt – als de noodstop worden professioneel opgemeten. Zo moeten we bij het traag rijden minstens twaalf seconden doen over een afstand van tien meter en bij de noodstop een minimum snelheid halen van 25 km/u, wat later bijgesteld wordt naar 19 km/u per uur vanwege het natte wegdek.
Na een paar motiverende woorden van onze lesgever maken we de verplaatsing naar het examencentrum. Hier komt het erop aan! Het startschot wordt gegeven en daar ga ik, met een gemiddelde snelheid van 10 km/u maar een hartslag van 120 bpm. De slalom en de achtjes gaan vlot, waarna het moeilijkste onderdeel volgt: traag rijden. Ik draai het gas vol open, knijp de rem dicht en wacht twaalf tergend lange seconden op de verlossende piep. Gelukt! Hierna moet ik enkel nog de noodstop tot een goed einde brengen – makkie! – en jawel: de wereld ligt aan mijn voeten. Rijbewijs, check!
Florine Waeyaert