De Speed Triple gaat al verder terug dan 2011, maar in dat jaar krijgt de machine wel zo’n ingrijpende update dat Triumph ‘m als een nieuw model presenteert.
Voor 2011 wordt de sublieme 1.050cc driecilinder in een volledig nieuw frame gehangen. Daarbij presenteert Triumph een nieuwe swingarm en meer moderne nieuwigheidjes. De dubbele ronde koplampen worden ingewisseld voor meer organisch gevormde insectenogen. En dat was best een dingetje, toen.
Het is een ronduit ondankbaar werk om Triumphs (op dat moment) best verkopende model op de tekentafel te krijgen. De naked was al kogelbestendig, zó goed, maar de tijd begon vat te krijgen op de Speed. Tijd voor een moderne kijk op het concept dus. De elektronische vering van de onlangs voorgestelde Triumph Speed Triple 1200 RX werkt samen met de eveneens elektronische stuurdemper; krap veertien jaar geleden waren we met heel wat minder al meer dan in onze nopjes. ABS? Daarvoor wordt een aparte versie uitgebracht.

De voorlaatste keer dat Triumph de Speed Triple onder handen nam was in 2005, toen de nieuwe 1.050cc werd gepresenteerd in de naked die al vanaf 1994 meegaat. En die motor is toevallig zo’n beetje het enige dat niet anders is aan de 2011 Speed Triple in vergelijking met het voorgaande bouwjaar.
Door een herbekeken ECU, airbox en uitlaatkanaal komt er een paar pk bij, waardoor het totaal op 135 pk uitkomt. Belangrijker nog is dat het middengebied wordt verbeterd, waardoor je zo tussen de 6.000 en 9.000 tpm veel meer koppel tot je beschikking hebt.
Het nieuwe, aluminium twin spar frame maakt het mogelijk om het blok iets naar voren te brengen en naar het voorwiel toe te kantelen. Stukken beter voor de gewichtsverdeling. Tegelijkertijd werd de enkelzijdige swingarm ietsje langer en een kilogram lichter, wat dan weer helpt bij de stabiliteit. Het eindresultaat is dat de Speed Triple bij benadering even zo sportief stuurt als de lichtere en kleinere Street Triple.

De zitpositie wordt daar ook op afgestemd, waardoor je dichter op het stuur zit. Niet extreem sportief, maar je hebt wel de ruimte om jezelf over de tank (17,5 liter) te vouwen als je er even lekker voor wil gaan. Voor- en achtervering zijn volledig instelbaar en met twee 320 mm remschijven met vierzuigerremklauwen aan het voorwiel is de Speed Triple een feest om te rijden.
Tweedehands is een Speed Triple prima te vinden. Niet zo gek, de allround naked verkocht als zoete broodjes. Circuitrijder of woon-werkrijder: iedereen is dikke vriendjes met deze Speed Triple. De vroege modellen staan wel bekend om hun nogal stugge versnellingsbakken.

Ook het enigszins dorstige karakter en de matige windbescherming, ondanks het kleine kapje voor het dashboard, worden als minpunten genoemd. Bovendien is de startmotor gevoelig omdat die flinke klappen krijgt bij het opstarten van de driecilinder. Ook de spanningsregelaar is een puntje van aandacht.
Heb je een minder exemplaar dan kan dat ook andere elektronische problemen doen ontstaan. Let er bij vroege modellen op of de machine is uitgevoerd met of zonder ABS, aangezien die eerder nog als aparte uitvoering verkocht werden. Latere modellen hebben ABS wel als standaarduitrusting.
Vloeistofgekoelde drie-in-lijn • 1050cc • 135 pk • 214 kg • 17,5 l • € 6.200 – € 11.450