In het spoor van Toprak Razgatlioglu en Michael van der Mark testte Randy op het circuit van Cremona de M-modellen, het neusje van de zalm binnen het sportieve gamma van BMW. Met de HP2 Enduro, de HP2 Megamoto en de HP2 Sport probeerde BMW twee decennia geleden al zijn stempel te drukken op het sportieve segment, al duurde de carrière van die modellen niet lang…
BMW haalde op de motorbeurs van Parijs in 2007 het doek van de HP2 Sport, die de HP2 trilogie kwam vervolledigen en in lijn met de High Performance aanpak (vandaar de afkorting HP) de limieten van het technisch haalbare op basis van de luchtgekoelde 1.170cc boxer opzocht. De HP2 Enduro was al in 2005 gelanceerd, de HP2 Megamoto stuntfiets volgde in 2007 en in zijn kielzog kwam de HP2 Sport aandobberen.

Nu moet je dat ‘aandobberen’ met een flinke korrel zout nemen, want de HP2 Sport is een serieus opgekietelde R 1200 S die tegelijk verplicht werd om een crashdieet te volgen. Eerst maar even over dat opkietelen. BMW nam de 1.170cc lucht/oliegekoelde boxer van de R 1200 S als basis, maar vergrootte de diameter van zowel de in- als de uitlaatkleppen (in van 36 naar 39 mm, uit van 31 naar 33 mm) en het blok werkte met één centraal geplaatste bougie. Om de lucht zo efficiënt mogelijk naar binnen te trekken, kreeg het nieuwe inlaattraject kortere kelken en gefreesde kanalen.
Met gesmede zuigers en nieuwe drijfstangen slaagden de ingenieurs erin om het maximale toerental van de boxer op te krikken tot 9.500 toeren per minuut. Allemaal inspanningen die resulteerden in een maximaal vermogen van 133 pk bij 8.750 toeren per minuut en een koppelpiek van 116 Nm bij 6.000 omwentelingen. In 2007 was een quickshifter (enkel voor het opschakelen) een nieuwigheid die motorjournalisten in hun artikels nog van extra uitleg moesten voorzien, om af te schakelen moest er nog altijd ontkoppeld worden.

Omdat de HP2 Sport met meer dan een lui oog naar het circuit lonkte kon het schakelpatroon gemakkelijk worden omgedraaid, om de quickshifter in dat geval te kunnen blijven gebruiken moest je wel een andere sensor kopen. Omwille van het hoogtoerige karakter van het blok kreeg de HP2 Sport langere eerste en tweede versnellingen dan de R 1200 S waarvan ie was afgeleid.
Het crashdieet hield in dat het passagierszadel naar het containerpark werd gebracht, kuip en subframe van de HP2 waren zelfdragende constructies en zelfs de nummerplaathouder was van carbon gemaakt. Topspul van Öhlins en Brembo, een lcd-dashboard in MotoGP-stijl en volledig instelbare voetsteunen maakten het hyperexclusieve plaatje compleet. Kostprijs bij de lancering: 22.585 euro. Voor ABS betaalde je 985 euro extra.

De BMW bollebozen hadden met de HP2 Sport dan wel het technisch hoogst haalbare uit de luchtgekoelde 1.170cc boxer gepuurd, het was meteen ook het laatste kunstje van dat blok op het sportieve vlak. In het najaar van 2008 stelde BMW de S 1000 RR voor die met zijn 999cc vier-in-lijn gehakt maakte van de HP2. De S 1000 RR was niet alleen veel goedkoper, met ruim 200 pk was hij een stuk performanter. Lang voor BMW zijn exclusieve motormodellen het M-label opkleefde zouden ze trouwens de S 1000 RR nog in HP4-uitvoering met betere vering en remmen uitbrengen. We hebben het dan over 2012.
Omdat de BMW HP2 zo snel werd afgelost door de S 1000 RR is het aantal verkochte exemplaren bijzonder beperkt en de meeste eigenaars hebben de machine als investering gekocht. Daardoor is er bijzonder weinig bekend over mogelijke technische mankementen waar je als potentiële tweedehandskoper op moet letten.

Omdat de HP2 Sport door gefortuneerde kenners is gekocht, kan je er wel van uitgaan dat het onderhoud volgens de regels van de kunst is uitgevoerd. Ga je nu op zoek naar een HP2, hou dan wel rekening met een forse investering. Schademotoren gaan nog altijd richting de achttienduizend euro, voor exemplaren in showroomstaat met amper kilometers op de digitale klok moet je soms wel dertigduizend ballen neertellen…
Lucht/oliegekoelde boxertwin • 1.170 cc • 133 pk • 199 kg • 16 l • € 18.000 – € 30.000