Met ‘De tegenhanger’ gaan we maandelijks op zoek naar een motor of scooter die de strijd aanbond met een icoon uit de motorwereld, maar jammerlijk faalde in zijn opzet. We trappen de reeks op gang met de Gilera GP 800 die de Yamaha TMAX van zijn troon moest stoten als koning van sportscooterland, wat absoluut niet lukte.
Niemand zal beweren dat Italianen een gebrek aan eergevoel hebben. Tradities, familie, la mama: raak eraan en het kot is gegarandeerd te klein. Dat Yamaha met de TMAX de markt van de sportscooters creëerde en daarna domineerde, konden de Italianen – toch een scooterland bij uitstek – dan ook niet zomaar over hun kant laten gaan. En dus besliste de Piaggio Group dat Gilera het uitverkoren merk was om te proberen de TMAX-troon aan het wankelen te brengen.
Dat ze die twijfelachtige eer aan het eerder bescheiden Gilera lieten, doet al vermoeden dat de toplui van Piaggio niet al te veel vertrouwen hadden in de goede afloop van de missie. Waren ze wel zeker van hun stuk geweest, ze hadden de GP 800 evengoed met een Piaggio- of Aprilia-badge de weg op kunnen sturen.

Maar goed, het werd dus een Gilera, die GP 800, en om de TMAX van zijn voetstuk te knallen werden de zware middelen bovengehaald. Piaggio haalde de V-twin met enkele bovenliggende nokkenas en vier kleppen per cilinder uit de Aprilia Mana 850 en monteerde die in een buizenframe. Een 839cc motorscooter met 75 pk en 76 Nm was in die tijd echt wel ‘du jamais vu’. Ook ongezien: het eerder saaie uiterlijk van een sportscooter die toch wel grootse ambities koesterde. Nee, voor de Italiaanse styling hoefde je de Gilera GP 800 niet te kopen.
Waarvoor wel, werd bij elke testrit aan het eerste stoplicht duidelijk. De GP 800 ging zo verschrikkelijk hard van de plaats dat je in een stoplichtsprintje probleemloos 750cc sportmotoren over je knie legde. Met zijn sterke blok en CVT-aandrijving ging de Gilera er als een raket vandoor, de lange wielbasis zorgde ervoor dat de bureaustoel annex schietstoel ook bij snelheden van meer dan 150 km/u stabiel bleef.

Dat de GP 800 het amper een paar jaar in de Gilera-catalogus volhield, had de motorscooter te danken aan het feit dat hij eigenlijk slechts in één ding goed was: keihard accelereren en daarbij God en Klein Pierke te kakken zetten. Het rijwielgedeelte wist echter amper raad met al dat motorisch geweld, in bochten ging de voorkant al snel aan het dribbelen waardoor het enthousiasme over vermogen en koppel rap bekoelde.
Qua sturen en rijden kwam de Gilera GP 800 op geen enkele manier in de buurt van de TMAX, terwijl de beperkte opbergruimte en de vervelende kettingaandrijving (Piaggio had niet de moeite genomen om de kettingaandrijving van de Mana 850 te vervangen door een getande riem, toch wel de norm in scooterland) het de GP 800 onmogelijk maakten om een vuist te maken tegen de pure woon-werkscooters zoals de Suzuki Burgman 650.
De tientallen motorrijders die in een stoplichtsprint vernederd zijn door de Gilera GP 800 zijn dat trauma vijftien jaar na de feiten misschien net te boven gekomen, alle andere motor- en scooterliefhebbers zijn de Gilera GP 800 wel al gewoon vergeten…
