In de reeks ‘Hoe maakt u het?’ trekken we telkens naar een bedrijf in de motorbranche om uit te zoeken hoe een product gemaakt wordt. Van banden tot uitlaten en van laarzen tot helmen leggen we de finesses van de productieprocessen bloot. Dit keer: Dr. Jekill & Mr. Hyde in Belfeld, vlakbij Venlo en op een steenworp van de Nederlands-Duitse grens.
Het verhaal van Dr. Jekill & Mr. Hyde begon een paar honderd kilometer noordelijker in Nederland, op een evenement dat we allemaal kennen. “In 1995 was naar jaarlijkse gewoonte een massa volk komen opdagen voor de TT van Assen, wat bij het wegrijden van het circuit voor een hels kabaal zorgde. Daar had de oprichter van het bedrijf het idee om een uitlaat te ontwerpen die je zowel stil als wat luider zou kunnen rijden”, vertelt Randy Lijnen, product manager bij Dr. Jekill & Mr. Hyde.
De man ging aan de slag en bouwde een mechanisch bediende klep voor de uitlaat van zijn Kawasaki. Met de klep open wordt het geluid veel minder gedempt, sluit je de klep dan worden de uitlaatgassen omgeleid door het omhulsel en worden tegelijk een aantal decibels geëlimineerd. Op zich een vrij eenvoudig concept dat ook meteen aansloeg, want zoals dat gaat waren eerst de vrienden geïnteresseerd waarna het koperspubliek zich uitbreidde naar de vrienden van de vrienden.
“Toen Jacques van de Kerkhof in 2007 het bedrijf overnam werd de keuze gemaakt om enkel nog uitlaten te produceren die in overeenstemming zouden zijn met de wetgeving, zowel met de klep open als met de klep dicht. We maakten de overstap van een mechanisch bediende uitlaatklep naar een dubbel gelagerde klep met nikkelcoating die door een servomotor wordt aangestuurd. In 2010 haalden we de Europese typegoedkeuring binnen. En we maakten de move naar serieproductie”, verduidelijkt Lijnen.
Bij elke uitlaat van Dr. Jekill & Mr. Hyde zit een certificaat dat de koper de zekerheid biedt dat het uitlaatsysteem aan de geluidsnormen voldoet. “Hoe strenger de wetgeving, hoe groter ons succes. Net omdat de klanten zeker zijn dat ze met onze uitlaten geen boete gaan krijgen. Op de legaliteitskaart staat een QR-code waarmee de klanten alle officiële documenten van de uitlaat kunnen downloaden”, aldus Lijnen.
Om die zekerheid te kunnen bieden moeten de geluidsingenieurs van Dr. Jekill & Mr. Hyde uiteraard in de eerste plaats de wetgeving kennen, maar tegelijk moeten ze weten hoe ze een uitlaat moeten bouwen die zowel in open als gesloten toestand aan de wetgeving voldoet.
Randy Lijnen legt uit: “Het voordeel van de elektronisch bediende klep in de uitlaat is dat we die aan de elektronica van de motor kunnen koppelen. We pluggen onze kabel in op de accessoirepoort van de motor en kunnen op die manier bij de bediening van de klep rekening houden met toerental, gasstand, snelheid en nog van die parameters. Het spreekt voor zich dat we daarvoor de elektronica van de motor moeten analyseren en onze eigen software moeten schrijven voor de aansturing van de uitlaatklep.”
“Omwille van garantieredenen veranderen wij zelf niets aan de elektronica van de motor. Daarnaast ontwikkelen we elke uitlaat specifiek voor één bepaald type motor. De body van de uitlaat mag er voor verschillende modellen dan wel gelijk uitzien, intern is alles anders. Het geluid hangt immers af van de positie van de klep, door hoeveel gaten de uitlaatgassen worden afgeleid, de hoek waaronder die gaten zijn geboord, de plaatsing van de kamers: dat speelt allemaal mee.”
Ooit begon het bij Dr. Jekill & Mr. Hyde met vier medewerkers, momenteel werken er in Belfeld zestig mensen aan de ontwikkeling en de montage van de uitlaten. In totaal worden er jaarlijks ongeveer vijftienduizend uitlaten geproduceerd. Daarnaast zijn er over de hele wereld nog een dertigtal medewerkers aan de slag voor Dr. Jekill & Mr. Hyde in filialen in Duitsland, Frankrijk en Canada.
Omdat de ontwikkeling van een nieuwe uitlaat al snel minstens een half jaar in beslag neemt, is het voor Lijnen en zijn team superbelangrijk om vroeg te weten welke nieuwe modellen er op de markt zullen komen. “We maken uitlaten voor Harley-Davidson, Indian, Triumph, BMW en Victory motoren. Met die merken hebben we een goede band omdat onze uitlaatsystemen bijdragen tot de verkoop van de motoren.”
“Om die reden krijgen we een motor die nog op de markt moet komen wat vroeger in handen en kunnen we hem inscannen en het geluid uitmeten en analyseren. Dan is het zaak om uit te denken in welke landen het nieuwe model in kwestie populair zal zijn en hoe we daar met onze uitlaat kunnen op inspelen. Het motorgeluid dat motorrijders mooi vinden verschilt immers van land tot land en van regio tot regio”, legt de product manager uit.
“Om de uitlaten zowel in open als gesloten stand legaal te houden proberen we bij de sound engineering de lage frequenties er in te houden en de hoge frequenties er uit te filteren, het zijn vooral die hoge frequenties die voor overlast zorgen”, gaat Lijnen verder. “Vroeger was dat een zaak van veel trial & error en moesten we heel veel prototypes bouwen. Ondertussen beschikken we over veel meer data en kunnen we vooraf al een pak simulaties maken, dat spaart ons achteraf een hoop werk. En met de 3D-printer kunnen we prototypes bouwen om de vorm te kunnen beoordelen.”
De verschillende componenten van de uitlaten worden door externe partners geproduceerd, allemaal gerenommeerde bedrijven uit de motorbranche die op hun productielijn nog wat capaciteit vrij hebben. De assemblage van de uitlaten gebeurt wel in Belfeld, op basis van wat een klant heeft geconfigureerd bij de Dr. Jekill & Mr. Hyde dealer.
“De elektronica voor de Smartbox wordt in de productie geschreven, uiteraard in functie van de uitlaat die de elektronica moet aansturen. We laseren het typeschild omdat dat eveneens modelspecifiek is. We assembleren alle onderdelen en in de manual komen de naamstickers van de medewerkers die de uitlaat in kwestie gebouwd hebben, dat geeft het een persoonlijke touch. De handleiding is er eentje op dealerniveau want elke uitlaat wordt door een dealer gemonteerd, we leveren niet rechtstreeks aan de eindklant”, besluit Lijnen.
Kwestie van eens een Dr. Jekill & Mr. Hyde uitlaat te kunnen proberen trekken we er vlak voor de lunch op uit met een Indian Springfield en een BMW R 18 B. Met een druk op een knop op de linker stuurhelft (netjes in het geheel geïntegreerd en geen lelijke drukknop waarvan je vanaf een kilometer afstand ziet dat het aftermarket spul betreft) kies je uit de drie modi: klep open, klep dicht en een tussenstand.
De verschillen op de BMW zijn duidelijk hoor- en voelbaar, bij de Springfield verbaas ik mij er over dat deze uitlaat met de klep open ook gehomologeerd is voor de openbare weg. Hij klinkt luid, maar het feit dat de sound engineers vooral de lage tonen behielden zorgde ervoor dat de uitlaat straatlegaal is.
Halfweg de rit passeren we twee ruiters, Randy zal na de rit ontkennen dat hij de twee amazones gevraagd had om hier ‘toevallig’ te passeren. We zetten de uitlaten in de stille stand en passeren op stationair toerental zonder dat de paarden zenuwachtig worden. Amazones blij, motorrijders blij, iedereen blij!
Tekst Bart De Schampheleire • Fotografie Dr. Jekill & Mr. Hyde