Droes is niet alleen de Motorrijder bladmanager, hij is ook nog eens gediplomeerd rijinstructeur. Dat schreeuwt natuurlijk om een rubriek met tips. Deze maand: kijktechniek.
Een motoropleiding die niet begint met het haarfijn uitleggen van de kijktechniek slaat de bal sowieso mis. Zo had ik als beginnend trial-instructeur een volledige theorie uitgewerkt om een acht te leren draaien met volle aandacht voor de lichaamshouding. Mijn cursisten haalden toeren uit die hen los door de selectie voor Cirque du Soleil zouden loodsen, maar een acht werd niet geschreven…
Kijktechniek is hét fundament om een veilige en goede motorrijder te worden/zijn. De regel is simpel: daar waar je naar kijkt, daar rij je naartoe. Iedereen met ogen in zijn hoofd kan dus motorrijder kan worden, tot daar het goede nieuws. De informatie die langs onze ogen binnenkomt en gefilterd wordt door het brein brengt ons bij de uitvoering door lijf en leden.
En het is precies in dat filteren in het brein dat er een duiveltje schuilt. Die snoodaard roept voortdurend dingen als ‘Pas op voor die wagen die de baan op draait!’, ‘Hou dat spelende kind in de gaten!’, ‘Heb je die lantaarnpaal in die met bladeren bedekte bocht gezien?’ Allemaal zeer herkenbaar, maar door naar het obstakel te kijken sturen we uitgerekend daarheen waar we absoluut níet willen zijn.
Wat volgt is vaak een lawine aan paniekreacties: bruusk remmen, naar de grond kijken, fixatie, van het gas gaan of gas bijgeven en het liefst allemaal tegelijkertijd. Het is goed dat je alles opgemerkt hebt in je perifere zicht, maar kijk nooit naar de obstakels die je hinderen. Om dat duiveltje te temmen zijn er talloze oefeningen die je de correcte kijktechniek aanleren. Niks mooiers dan een perfect uitgevoerde U-turn die al je vrienden stikjaloers maakt, maar belangrijker is dat je in geval van nood de juiste kijktechniek kan toepassen. Volgende maand bespreken we een aantal oefeningen die je daarbij kunnen helpen.