Kort getest: Druijff Racing Kawasaki ZX-10R

Nu straatgebruik steeds uitzonderlijker wordt en superbikes hoofdzakelijk nog de winkelvloer verlaten voor een enkeltje ‘gesloten omloop’, groeit ook de interesse om van die superbike een echte racemachine te maken. Als het op Kawasaki’s aankomt zou je dan het best in Lunteren aan kunnen kloppen, bij de firma Druijff Racing. Dat deden wij ook en slingerden vervolgens ons been over de IDC-winnende ZX-10R van Wayne Tessels.

Racefanatici met groen bloed in de aderen kennen de snelmakers uit Lunteren natuurlijk al langer, vooral door hun prestaties in het IDC (International Dutch Championship) waar het team sinds 2019 met een ZX-10R steevast voorin te vinden is in de Superbike-klasse. De goede prestaties bleven ook bij Kawasaki Nederland niet onopgemerkt: de importeur stelde Druijff Racing aan het begin van dit jaar aan als officiële Race Partner van de groenen in Nederland.


Drijvende kracht achter deze hele operatie is Erwin Druijff, de oud-coureur die toevallig zelf ook niet onsuccesvol was in het CRT/IDC en zich na z’n actieve carrière toelegde op z’n gelijknamige tuningbedrijf. “Sinds we in 2019 zijn gaan samenwerken op de circuits met het raceteam, hebben we natuurlijk veel ervaring opgedaan met het prepareren van Kawasaki’s. Kawasaki zocht ondertussen een partner om een totaalpakket aan te kunnen bieden voor op de circuits, voor het opbouwen van motoren, de levering van KRT raceonderdelen, het tunen en uiteraard ook de service op het circuit zelf. Die rol vervullen wij nu.”

Wat ons brengt bij het lijdend voorwerp van dit verhaal, de Druijff Racing ZX-10R van Wayne Tessels. Een snelle opfriscursus van Druijff voor ik achter de clip-ons kruip leert me dat het standaard veerwerk is vervangen door een monoschock en een set gesloten cartridges (voor) van het Engelse K-tech, dat een set gesmede PVM wielen een gewichtsreductie van dik drie kilo oplevert, dat een grotere 19 mm rempomp en een set MotoMaster zwevende schijven aan een paar vingerkootjes genoeg moeten hebben, dat de geometrie is aangescherpt met KRT inserts in het balhoofd en dat aanpassingen aan het o zo belangrijke in- en uitlaattraject het topvermogen met 15 pk hebben opgekrikt tot dik 212 pk aan de krukas.


Eigenlijk weet ik na de eerste keer insturen van de Ossebroeken al genoeg. De transformatie die een geprepareerde racemachine als deze ondergaat, maakt ieder vergelijk met de standaard machine er direct een uit de categorie ‘appels met peren’. Ook nu weer. De ZX-10R duikt met zoveel overtuiging op z’n lijn en laat zich dermate makkelijk afdraaien dat mijn ingebakken rem- en instuurpunten nodig toe blijken aan vervanging. Ondertussen kan je via de breed uitstaande raceclip-ons de asfaltkorrels tellen en heeft de 19 mm Accossato rempomp aan een wijsvinger genoeg om bij het aanremmen van Haarbocht of GT de dienstdoende ambtenaar bij het Drentse seismologisch centrum een paniekaanval te bezorgen.

Maar meest indrukwekkende tijdens deze 20 minuten warm-up is het spierballenvertoon van de gekietelde vier-in-lijn. Is de ZX-10R traditioneel het type van de lange aanloop, met z’n opgepompte lucht-/brandstofmengsel en aangepaste eindoverbrenging is het vanaf pakweg 7.000 tpm alle hens aan dek en vooral een kwestie van goed vasthouden tot de storm weer gaat liggen voorbij de 14.000 tpm … ware het niet dat de autoblipper tegen die tijd in een oogwenk de volgende versnelling geselecteerd heeft en het tafereel zich weer van voor af aan herhaalt.


Terug in de pitbox legt Druijff uit waar deze groene Abraham z’n mosterd vandaan haalt met betrekking tot die serieuze winst op motorisch vlak. “De machine is volgens superstockprincipe opgebouwd, al zijn er in Nederland niet echt restricties. In het IDC ben je eigenlijk vrij om de motor op te bouwen zoals je zelf wilt. Je kunt met een WK Superbike-machine meedoen mocht je daar zin in hebben, als het maar 1.000cc is. Goed, je kunt je afvragen of je zulke kosten wilt maken in zo’n vrij bescheiden kampioenschap, dus is bij ons het blok nagenoeg standaard. We hebben vooral het in- en uitlaattraject aangepast, en de mapping uiteraard.”

Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om aan het Spark uitlaatsysteem te kunnen zien dat Druijff en co met stevige geluidslimieten te dealen hebben; op deze motor zit een voordemper, tussendemper én een lange einddemper. “Ja, dat is noodzakelijk om op Assen zonder dB-killer en dus zo goed als zonder vermogensverlies te rijden, ook op normale trackdays als vandaag.” Wie denkt dat het dan wel klaar is komt bedrogen uit, zo blijkt. Zo is het luchtfilter uitgerust met een speciale plaat om het inlaatgeluid te reduceren, ook dat scheelt weer als je langs de geluidspaal dendert.


Dan is het nog zaak om het lucht-/brandstofmengsel te optimaliseren, Druijff z’n specialiteit. Zo is de ZX-10R uitgerust met een kit-ECU en kabelboom van Kawasaki (KRT), daarbij zijn de voor straat benodigde functies ontmanteld en werden er racefuncties aan toegevoegd. Grappige is dat je racefuncties als de pitlimiter, traction control, slide control, launch control, engine brake en motormapping tijdens het rijden met de bestaande armaturen kunt bedienen.

Druijff: “Qua aantal standen traction control en engine brake hebben we in de basis net zo veel mogelijkheden als origineel, alleen kunnen we met de meegeleverde software alles tot in de puntjes finetunen per versnelling, toerental, gasstand noem maar op. Zelfs de hoeveelheid tussengas van de blipper tijdens het terugschakelen is in te stellen.”


Nu ik steeds beter m’n draai op de ZX-10R weet te vinden, valt me nog iets op. In bochtenwerk heeft de ZX-10R net iets te veel de neiging wijd te lopen, zeker zodra het gas erop gaat. Druijjf voelde deze bui kennelijk al hangen en draait tijdens de ingelaste pitstop met een glimlach wat extra voorspanning in de voorvork en schroeft de ingaande demping wat terug. “Dat dacht ik al, Wayne houdt van een hele harde set-up, laat remmen en hard insturen is z’n ding. Dan werkt het.” Het komt er dus op neer dat ik simpelweg niet hard genoeg rem en instuur om de vork echt onderin te krijgen en de Kawa goed af te laten draaien.

Maar ook die horde wordt met wat kleine aanpassingen geslecht, waardoor ik me tijdens de laatste sessie alleen nog maar hoef te focussen op het fijnslijpen van m’n rempunten en het binnenhengelen van de apex. Hierin schuilt ook de kracht van deze door Druijjf Racing geprepareerde ZX-10R; niet enkel de aangezwollen dadendrang, maar vooral ook de mogelijkheid om dit potentiële kruitvat tot in de puntjes aan te passen aan de wensen (en mogelijkheden) van de rijder in kwestie.    

Lees het uitgebreide verslag, inclusief het volledige kostenoverzicht van een ZX-10R met Druijff Racing ZX-10R Pro Pakket, in KicXstart september 2022.

Tekst Randy van der Wal • Fotografie Henny B. Stern

Deel

Gerelateerde artikels

Royal Enfield Bear

Primeurtest: Royal Enfield Bear 650

Met de Interceptor naked bike en de Continental GT caféracer had Royal Enfield al een degelijke basis in de middenklasse, die de fabrikant de voorbije

Piaggio MP3 310

Getest: Piaggio MP3 310

Twee jaar geleden gunde Piaggio de MP3 530 een stevige upgrade middels een nieuwe styling en krachtigere motor, maar de 300 moest nog even geduld