De nieuwe Moto Morini, da’s een vleugje custom met een snuifje Amerikaanse stijl, en dat van een van oudsher Italiaans merk dat nu tot een Chinees concern behoort. Een mens zou zich voor minder afvragen of dat allegaartje wel bij mekaar past, laat staan functioneert.
Voor wie dacht dat de Calibro een primeur zou zijn voor Moto Morini: fout, onder de modelnaam Excalibur 350 lanceerde Morini in 1986 al een chopper die aangedreven werd door de iconische luchtgekoelde ‘tre e mezzo’ V-twin. Morini had toen nog zijn hoofdzetel in het centrum van Bologna, een stad waar na de Tweede Wereldoorlog naast Ducati nog tientallen andere fabrikanten motoren in mekaar schroefden.
Aan het design van de Calibro met zijn hoog geplaatste tank moet je wennen. Het ziet er een beetje ongebruikelijk uit, zeker als je lang niet meer op een Honda CMX500 Rebel hebt gereden. Het nadrukkelijk gekuipte zadel dat slechts 725 mm boven Moeder Aarde zweeft zit echter best comfortabel; naar de ver vooruit gemonteerde voetsteunen is het de eerste keren dan weer flink zoeken, zeker met je linker voet. Daarmee moet je immers eerst de zijstandaard inklappen en die staat juist ver naar achteren op het frame.
Chinese motoren overspoelen momenteel als een tsunami de markt en stuk voor stuk pakken de fabrikanten uit met kwalitatieve producten. Zo ook Moto Morini: de lak en lasnaden van de Calibro overtuigen en nergens stel je tekortkomingen vast. De zithouding is prima, het stuur ligt goed in de hand, de motor start zonder horten of stoten en klinkt discreet. Schakelen gaat ondanks de vrij lange schakelwegen soepel en ook de neutraal heb je bij de eerste poging meteen gevonden.
Opvallend aan de Calibro: de bijzonder kleine draaicirkel die in combinatie met de lage zithoogte en het lage zwaartepunt de kleine cruiser uitermate geschikt maakt voor de stad. De buitengewoon zachte gasrespons (van on/off is geen sprake) helpt om met vertrouwen door de file te snijden. De koppelrijke paralleltwin (68 Nm bij 6.500 tpm en 69 pk bij 8.500 tpm) met 180° verzette kruktappen laat zich in alle versnellingen vanaf 3.500 omwentelingen vlotjes over secundaire wegen sturen.
Tussen streepje vier en zes geeft het blok de indruk een beetje naar adem te moeten happen, maar vanaf zevenduizend toeren zit er zowaar nog een eindschot in dat pas bij elfduizend omwentelingen door de begrenzer wordt gesmoord. De extra vijftig cc bovenop de krachtbron van de X-Cape 650 doet de Morini voelbaar deugd, het blok heeft niet alleen aan longinhoud maar tegelijk ook aan karakter gewonnen. Een getande riem zorgt ervoor dat het vermogen en koppel bij het achterwiel worden afgeleverd; dat is trouwens niet alleen een esthetische en gebruiksvriendelijke oplossing, maar fungeert tegelijk als koppeldemper.
De vering voldoet op papier aan de verwachtingen van een cruiser: de conventionele voorvork met 41 mm vorkpoten heeft 120 mm veerweg in de aanbieding en is niet instelbaar; de stereovering achter biedt 100 mm veerweg en is instelbaar naar veervoorspanning. Dat zijn waarden die je met weinig verwachtingen op de motor doen stappen, je gaat er eigenlijk standaard van uit dat het comfort matig zal zijn, maar daar wijkt de Calibro toch serieus af van de norm.
Zowel voor als achter slaagt de vering er met verve in om de oneffenheden van het wegdek weg te filteren, op kasseiwegen moet je wel je rijlijn met zorg uitzetten omdat de Calibro dan soms een beetje aan het zoeken gaat. Enkel als je heel sportief gaat rijden en daarbij de voorrem serieus aan het werk zet, duikt de voorvork bij het aanremmen zo goed als compleet door de veerweg – dan pas voel je dat een beetje meer progressiviteit welkom zou zijn.
De enkele 320 mm remschijf met dubbelzuigerremklauw voor kan in samenwerking met de 255 mm schijf en zwevende enkelzuiger achter de rijklaar 212 kilo wegende Calibro wel de baas; ook de doseerbaarheid van de reminstallatie is in orde. In regelrechte Harley-Davidsonstijl zijn rem- en koppelingshendel forse exemplaren waar je met je volle klauwen in knijpt.
‘Cruisers’ en ‘sturen’ zijn twee begrippen die niet altijd even goed in één zin passen, al presteert ook hier de Calibro bovengemiddeld goed. Eenmaal ingestuurd blijft de Morini perfect neutraal op zijn lijn, van in de bocht vallen of ruim de buitenkant opzoeken is absoluut geen sprake. Qua geometrie vindt de Calibro een heel geslaagd compromis tussen voldoende rechtuitstabiliteit en fluks insturen.
De Timsun banden (iemand?) die Moto Morini onder de Calibro gooit gaven tijdens de hoogzomerse test in Italië geen klap verkeerd, tot en met het volledig opgebruiken van de beschikbare grondspeling. Het rijwielgedeelte zou in principe een sportiever tempo en ruimere hellingshoeken aankunnen, jammer genoeg sluiten de antennes onder de voetsteunen vroegtijdig de feesttent.
Over hoogzomer gesproken: zelfs als je bij 30° en meer door het Italiaanse landschap cruiset is de warmteafgifte van het motorblok niet problematisch. Om de isolatie te verbeteren is aan de rechterzijde van de paralleltwin over het breed uitstekende koppelingsdeksel nog een afdekkap gemonteerd.
De Calibro is ook als bagger beschikbaar, die moet met zijn batwingkuipje en een stel harde zijkoffers als lichte toermotor inzetbaar zijn. Is de zithouding op de Moto Morini cruiser voor personen tot 1m80 best oké, het achterste gedeelte van het bestuurderszadel is jammer genoeg iets te dun gepolsterd waardoor je al snel de framebuis die eronderdoor loopt tegen je staartbeen voelt drukken.
Conclusie De Moto Morini Calibro maakt als nieuw model een doordachte indruk en laat zich zowel inzetten voor woon-werkverkeer als voor recreatieve weekendritjes. Ondanks de beperkte prijs en het cruiserlabel heeft de Calibro wel degelijk de kwaliteiten van een echte, volwaardige motorfiets. De koppelrijke 700cc loopt vlot en hangt in een rijwielgedeelte dat zich neutraal en vloeiend laat sturen, met een hoge wendbaarheid en veel gebruiksgemak als positieve extraatjes. Het veercomfort is aanvaardbaar, de remmen klaren de klus en het algemene afwerkingsniveau is meer dan goed. Daarmee kan de Moto Morini Calibro een interessante piste zijn voor wie op zoek is naar een budgetvriendelijke, lichte cruiser en daarvoor anders de toevlucht zou moeten zoeken tot de tweedehandsmarkt.
Lees de volledige test in Motorrijder augustus 2024
Plus- en minpunten
+ Koppelrijk blokje
+ Prima afwerking
+ Interessante prijs
– Zitcomfort kon beter
– Bandenkwaliteit nog te bezien
– Wat is dit na een paar jaar nog waard?
Motor: 693cc, 4 kl./cil., vloeistofgekoelde paralleltwin
Boring x slag: 83 x 64 mm
Compressieverhouding: 11,6:1
Max. vermogen: 69 pk @ 8.500 tpm
Max. koppel: 68 Nm @ 6.500 tpm
Brandstofvoorziening: elektronische injectie
Transmissie: zesbak, riemaandrijving, slipperkoppeling
Frame: stalen trellisframe, dubbelzijdige stalen swingarm
Voorvering: 41 mm conventionele voorvork, niet instelbaar, veerweg 120 mm
Achtervering: stereovering, veervoorspanning instelbaar, veerweg 100 mm
Voorrem: J.Juan 320 mm schijf met dubbelzuigerremklauw, ABS
Achterrem: J.Juan 255 mm schijf met enkelzuigerremklauw, ABS
Banden voor/achter: 130/70-R18 / 180/65-R16 (Timsun)
Wielbasis: 1.490 mm
Balhoofdhoek/naloop: n.b./120 mm
Gewicht: 212 kg (rijklaar)
Zithoogte: 725 mm
Tankinhoud: 15 l
Prijs België: € 7.599,- (Bagger: € 8.499,-)
Prijs Nederland: € 8.699,- (Bagger: € 9.699,-)
Tekst Klaus Nennewitz • Fotografie Punctum Studio (Zamponi)