Droes is niet alleen de Motorrijder bladmanager, hij is ook nog eens gediplomeerd rijinstructeur. Dat schreeuwt natuurlijk om een rubriek met tips. Deze maand: de slalom uit aslijn.
Vorige maand reden we de slalom in aslijn, nu gaan we een stapje verder met de slalom uit aslijn. Eigenlijk simuleer je daarmee opeenvolgende linker- en rechterbochten, een goeie oefening om je kijktechniek tot zijn mooiste niveau te verheffen. Om een slalom uit aslijn goed te kunnen uitzetten heb je wel wat plek nodig; hoe verder je de kegels (of met zand gevulde flesjes) uit mekaar kan zetten, des te vloeiender je de bochten kan maken.
Op de gemiddelde verlaten parking zou je op z’n minst plek moeten vinden voor deze opstelling: plaats een eerste kegel en stap rechtdoor zes meter af, draai 90 graden linksaf en stap opnieuw zes meter rechtdoor, daar plaats je de tweede kegel. Van daaruit stap je weer zes meter rechtdoor, draai 90 graden naar rechts, zet opnieuw zes passen en plaats de derde kegel zodat je een geschrankte opstelling bekomt. Bij voorkeur plaats je op die manier een zes- à achttal kegels of flesjes.
Plof de motor in eerste versnelling en laat de koppeling zachtjes opkomen. We starten rechts en laten onze ogen glijden naar een plek op horizonhoogte ter linkerzijde. Halverwege tussen de twee kegels draaien we ons hoofd en kijken we naar de rechterzijde, uiteraard eveneens op horizonhoogte. We ronden de tweede kegel richting de derde kegel en halverwege tussen de geschrankte kegel drie en vier kijken we opnieuw naar de linkerzijde, op horizonhoogte. In je perifeer zicht mag je de kegels zien staan, maar je mag er niet naar kijken. Dat het kijken op zich vloeiend moet gebeuren, daar was je intussen zelf ook al achter. Naarmate je de oefening beter in de vingers krijgt, kan je de snelheid stelselmatig opvoeren en/of de kegels verder uit mekaar plaatsen.