Toerroute: Lus rond Heusden-Zolder (137 km)

Omdat het niet altijd de (Vlaamse of andere) Ardennen moeten zijn: deze route begint een eindigt aan de speedwaybaan van Heusden-Zolder (Limburg), met een klein uitstapje over de Nederlandse grens.

Vanuit Heusden-Zolder trekt de route oostwaarts. In het eerste deel van de lus passeer je veel straatnaamborden die naar de mijnbouw verwijzen, te beginnen met de Koolmijnlaan. Langs de noordelijke gemeentegrens van Houthalen-Helchteren gaat het richting Zwartberg, waar het protest van de kompels tegen de sluiting van de mijnen in de winter van 1965-1966 zo zwaar uit de hand liep dat er bij de onlusten twee mijnwerkers om het leven kwamen.

De route loopt langs het schitterend gerestaureerde station van As, waar vroeger de mijnwerkers de trein namen om in de schachten en gangen van de mijnen in Eisden, Waterschei en Winterslag te gaan wroeten. Het in onbruik geraakte station kreeg een nieuwe bestemming als een van de zes toegangspoorten tot het Nationaal Park Hoge Kempen. Wil je de Hoge Kempen vanuit de hoogte bekijken, dan vind je op de stationssite een 31 meter hoge uitkijktoren.

Het centrum van Maasmechelen loopt niet meteen over van de activiteit, ongetwijfeld het gevolg van een ander reconversieproject dat al een paar kilometer verder langs de route opduikt: naast de Zuid-Willemsvaart werd in 2001 op de site van de voormalige steenkoolmijn van Eisden begonnen met de bouw van Maasmechelen Village, een soort ‘Disneyland van de retail’ dat pijn doet aan de ogen. Snel weg van hier, en met de Zuid-Willemsvaart als gids op naar Lanklaar, waar de route richting Nederland zwenkt.

Van zodra het veerpont van Dilsen-Stokkem je over de Maas heeft gebracht, kom je op Nederlandse bodem op het mooiste deel van de route terecht. Vanaf Berg loopt het traject noordwaarts door een gebied dat gedomineerd wordt door water. Tussen de Maas en het Julianakanaal liggen een massa waterplassen die ontstonden door de intensieve grindwinning. Bekijk je deze streek op de landkaart, dan lijkt het wel alsof een kind er blauwe inktvlekken op heeft gemaakt.

In Thorn zal je niks blauws aantreffen, op de lucht na dan (hopelijk). In de stadskern van Thorn staan immers enkel witte huizen en de straten zijn aangelegd met ronde Maaskeien. Het geeft het eeuwenoude, piepkleine stadje een heel bijzondere sfeer die aardig wat kunstenaars en toeristen aantrekt.

Terug op Belgisch-Limburgse grond is het niet evident om een leuke route uit te stippelen. Het landschap wordt immers doorkliefd door oersaaie, kaarsrechte steenwegen terwijl de meeste kleine achterafweggetjes verkeersluw zijn gemaakt (uitgezonderd plaatselijk verkeer) om het fietstoerisme te promoten. Richting Oppitter zoeken we nog een laatste keer de Zuid-Willemsvaart op om daarna via een mix van smalle stuurweggetjes en bredere steenwegen terug naar Heusden-Zolder te sturen.

Download de route

Mijnsite Waterschei
De site van de steenkoolmijn van Waterschei is omgetoverd tot een wetenschapspark met mooie moderne architectuur, maar de parel van de site blijft toch het voormalige magazijn van de mijn. In het mijndepot werd een belevingscentrum uitgebouwd waar je ervaart hoe zwaar het leven van een kompel was.

Veer Dilsen-Stokkem
In de Maasvallei zijn nog verschillende veerponten actief, al zijn die bijna allemaal voorbehouden voor fietsers. Tussen het Vlaamse Dilsen-Stokkem en het Nederlandse Berg pendelt wel nog een grotere veerboot over de Maas. De boot vaart elke dag van 7 tot 21 uur. Je laten overzetten met de motor kost 1 euro.

Thorn
De abdij van Thorn werd al in 990 opgericht, in de eeuwen daarna ontwikkelde zich een kleine kern waarvan de huisjes in de jaren 1700 allemaal wit werden geschilderd. Het mini-stadje telt slechts 2.500 inwoners. De hele kern is beschermd als stadsgezicht.

De commanderij van Meeuwen-Gruitrode
De commanderij is een combinatie van een middeleeuws kasteel en een vierkantshoeve. Tot Napoleon er in 1801 passeerde, controleerden de Ridders van de Duitse Orde vanuit de Commanderij de handel en wandel in het gebied. Ze sloegen er munten en brouwden er bier.

Tekst en route Bart De Schampheleire                     Fotografie Thierry Dricot

Deel

Gerelateerde artikels