Rekenen we ons in Vlaanderen bij de beste brouwers van de hele wereld, dan kunnen ze er ten zuiden van de taalgrens ook wat van. Van Baisieux (waar?) tot Dinant laveren we langs een handvol brouwerijen die grossieren in de medailles op de World Beer Awards en die tegelijk zo biologisch mogelijk brouwen. Al bruist jammer genoeg niet elke brouwerij in Wallonië even hard…
Routes bouwen is een beetje zoals artikels schrijven: kill your darlings. Soms denk je een leuk idee te hebben, maar blijkt de uitvoering lastig of gaat het hele project onverwacht de verkeerde richting uit. Plan A was om deze route in Doornik te laten starten om dan via de brouwerij van Brunehaut zuidwaarts af te zakken.
“Leuk dat u voor dit artikel aan ons denkt, maar we zitten zo diep in de financiële problemen dat ik u niet kan garanderen dat de brouwerij volgende week nog open zal zijn”, luidt het doodeerlijk als ik een week voor de geplande productiedatum van dit verhaal telefonisch contact opneem met de brouwerij van Brunehaut. En als een dag later uit de controle van de route blijkt dat de lus van Doornik richting Noord-Frankrijk te veel bebouwing en ‘zones 30’ bevat, gaat plan A op de schop en komt plan B in de plaats. Met de B van Baisieux.

Plan B
Waarmee de ietwat bizarre startplek van dit verhaal ook al voor een deel verklaard is. De Aunelle zegt je waarschijnlijk niets, maar het 27 kilometer lange riviertje (meestal niet veel meer dan een uit de kluiten gewassen beek) doet tevens dienst als grens tussen België en Frankrijk. Steek je vanuit Quiévrechain de Aunelle en dus ook de grens over, dan is het eerste wat je op Belgische grond in de Avenue de France in Baisieux tegenkomt … een café. Hoeveel sterker kunnen we ons als bierland profileren als we al pal op de grens een café zetten, met dank aan ‘Chez Mariette’? Een ideaal startpunt van deze route dus.
Ten zuiden van Dour flirten we met de Belgisch-Franse grens, ten noorden van Maubeuge rijden we weer eventjes op Frans grondgebied. De landbouwers draaien overuren, het koolzaad staat in bloei wat sowieso een streling voor het oog en de neus is. Zolang je geen last hebt van allergieën, uiteraard. Iets voor Erquelinnes doen een paar valschermspringers hun duit in het zakje om het postkaartgehalte van de omgeving nog wat op te krikken, het handvol felgekleurde parachutes steekt af tegen de helderblauwe lucht die barst van de lente-energie.

Warmdraaien en afkoelen
Rijden we de eerste zestig kilometer voornamelijk over smalle weggetjes, dan luiden de twaalf kilometer over de N40 van Beaumont naar Silenrieux het tweede deel van de route in. Hulde aan de ingenieur die de wegen rond de Lacs de l’Eau d’Heure aanlegde, hij koos voor asfalt van wereldkwaliteit en integreerde de natuurlijke hoogteverschillen perfect in het traject.
Veel dichter bij de flow van het circuit van Spa-Francorchamps kan je op de openbare weg in België niet komen dan op de N978 van Silenrieux naar Cerfontaine. Afkoelen doe je daarna op de Route Communale die je acht kilometer dwars door het bos loodst, pal zuidwaarts. De Franse grens ligt nog altijd op de spreekwoordelijke steenworp afstand, het landschap is intussen dat van de echt Ardennen: met hoogtemeters, fraaie vergezichten en leuke bochtjes.

Een motormuseum!
In het centrum van Doische ligt de oude elektrowinkel van Daniël Périlleux, al hebben de stopcontacten en verlengsnoeren er plaatsgemaakt voor iets wat ons veel meer interesseert. “Ik ben mijn leven lang al geboeid door motoren en dan vooral klassieke racemotoren. Hier heb ik er drieënveertig staan, bij mij thuis staan er nog eens een veertigtal en mijn zoon heeft er ook nog een stuk of tien. Norton en Velocette zijn de merken waarvoor ons hart het snelst gaat slaan”, lacht Daniël die sinds 1971 classic races rijdt en klassieke motoren verzamelt.
“Met de elektrozaak hebben we onze boterham verdiend, maar voor de rest draaide alles rond de motoren. Mijn broer reed in de Laverda Cup, samen met mijn zoon heb ik de verzameling klassieke motoren uitgebouwd. In de jaren zeventig waren oude motoren veel minder populair, vandaar dat we sommige machines gewoon gekregen hebben. In totaal moeten hier een kleine zeshonderd motoren gepasseerd zijn.”

“Sommige restaureerden we om door te verkopen omdat de meerwaarde van die machine in onze collectie beperkt was, andere motoren hielden we. En ja, we zijn best trots op het resultaat”, glundert de man in zijn vitrine vol machines van Saroléa, Gillet, FN, Velocette, Norton, Triumph en BSA. Heb je een zwak voor klassieke motoren, dan is je vier euro entreegeld voor het museum van Daniël Périlleux goed besteed.
Deze keer dalen we niet af richting Givet, maar nemen we in Heer de duik naar het Maasdal. Om in het Falmignoul van Brouwerij Caracole te belanden heb je geen andere keus dan op de N989 je banden rond te rijden, anders eindig je hier gegarandeerd in het decor. Vanaf brouwerij Caracole resten je nog een tiental kilometers op de oevers van de Maas om rustig uit te bollen tot Dinant, waar de lokale horeca je met open armen zal ontvangen.

PRAKTISCH De route is 148 kilometer lang en start op de Frans-Belgische grens tussen Quiévrechain (Frankrijk) en Baisieux (België), het best bereikbaar door vanuit Mons over de N51 richting Valenciennes te rijden. De route bevat geen onverhard en rij je op een dikke drie uur. Vanuit eindpunt Dinant rij je over de N936 en de E411 terug noordwaarts, of je breit er nog een toeristische epiloog aan door de Maas tot in Namen te volgen.
Brouwerij L’Abbaye des Rocs Nee, je ziet niet dubbel van de alcohol: je passeert wel degelijk twee keer aan brouwerij L’Abbaye des Rocs. Een eerste keer In Audregnies waar het op een weekenddag heerlijk zitten is op het terras aan de klaterende Petite Honnelle, een tweede keer in Montignies-sur-Roc waar je de hele week door in de brouwerijwinkel terechtkunt. De bieren van L’Abbaye des Rocs worden enkel met Belgische hop gebrouwen en er wordt geen suiker aan toegevoegd.

Brasserie de Blaugies Pierre-Alex Carlie en Marie-Noëlle Pourtois brouwen al sinds 1988 de bieren van Brasserie de Blaugies, om aan de brouwerij te passeren moet je na zeventien kilometer eventjes van de route afwijken en links een paar honderd meter de Rue de la Frontière in Dour inrijden. De acht bieren die Brasserie de Blaugies brouwt zijn allemaal niet gefilterd en hergist op fles.

Brasserie Brootcoorens De brouwerij van Erquelinnes is het levenswerk van Alain Brootcoorens die al sinds het begin van de jaren negentig gepassioneerd bezig is met bier. Het resultaat is aan de ene kant van de Rue de Maubeuge een microbrouwerij waar onder andere de Angelus-bieren gebrouwen worden, tegenover de brouwerij telen Brootcoorens en co hun eigen hop. Het hopveld wordt als proefveld voor de vernieuwde teelt van hop in Wallonië gebruikt.

Brasserie de Silenrieux Tot een tiental jaar geleden warden de bieren van de brouwerij van Silenrieux effectief in Silenrieux gebrouwen, maar de productie is intussen al een decennium uitbesteed aan een grotere brouwerij waar ze de bieren volgens het oude recept brouwen. De Brasserie blijft echter een stop waard, maar dan in de Vlaamse definitie van een ‘brasserie’ zoals in ‘een plek waar je iets kunt eten en drinken’. In Silenrieux ben je precies halfweg de route en dient het stuurwerk rond de Lacs de l’Eau d’Heure zich aan.

Brasserie des Fagnes Ook de Brasserie des Fagnes vult het begrip ‘Brasserie’ zowel op Franstalige als Vlaamse wijze in: er worden nog een pak bieren gebrouwen (onder eigen label of voor anderen) en je kunt op het terras van de brasserie een hapje eten. Bij de brouwerij is er ook een klein biermuseumpje ingericht. Verschillende bieren van de Brasserie des Fagnes pakten al medailles op de World Beer Awards.

Het motormuseum van Daniël Périlleux
Het motormuseum van Daniël Périlleux ligt langs de Rue Martin Sandron in het centrum van Doische en omvat 43 unieke racemotoren. Een bezoekje aan het museum kost 4 euro, vanaf tien bezoekers betaal je 3 euro voor een kaartje. Is Daniël er niet, dan hangt zijn telefoonnummer op de deur en komt hij na een belletje de deur voor je openmaken.

Tekst en route Bart De Schampheleire • Fotografie Peter Naessens