Toerroute: van Koekelare naar Ploegsteert (129 km)

Ik moet een jaar of zeven geweest zijn toen ik als scout voor het eerst mee mocht op kamp. Bestemming: Koekelare. Van dat kamp herinner ik mij niks meer, behalve dat Koekelare voor een broekvent van zeven een waanzinnig spannende bestemming was. Ruim 35 jaar later valt het wel mee met de spanning als ik in Koekelare aan deze rit begin. Over een aantal slingerende derderangsweggetjes sturen we naar Leffinge om langs het kanaal Plassendale-Nieuwpoort naar het imposante Albert I-monument in Nieuwpoort te sjezen.


Langs het befaamde sluizencomplex van de Ganzepoot volgen we de IJzer terug landinwaarts. Maar in plaats van die meanderende rivier de hele tijd te volgen, steekt de route vanaf Schoorbakke bijna kaarsrecht naar beneden. Over een cocktail van wat bredere secundaire wegen en smalle polderbaantjes laten we Diksmuide links liggen om in Knokke terug op het jaagpad langs de IJzer te belanden. De bruuske ruk naar het oosten heeft als enige doel om te gaan uitzoeken of het gehucht ‘Madonna’ iets met de Amerikaanse zangeres van doen heeft, maar een wit Mariabeeld op een rotonde van de parochie maakt duidelijk dat alles hier letterlijk en figuurlijk rond een andere madonna draait.


Poperinge is na dik 90 kilometer een prima plek om een pauze in te lassen. Hetzelfde Poperinge waar Metallica in 1984 zijn drie eerste optredens op Belgische grond gaf. Zaal Maeke-Blyde was in de jaren tachtig het centrum van de Belgische metalscene en het eerste openluchtfestivaloptreden van Metallica tijdens het Heavy Sound Festival in Poperinge zou de carrière van de band in een stroomversnelling brengen.

Het West-Vlaamse Heuvelland zorgt ten zuiden van Poperinge voor veel rust, mooie vergezichten en pittig stuurwerk. Als je vanuit Loker de ‘achterkant’ van de Kemmelberg in het vizier krijgt, dan sta je toch even met open mond naar die kasseimuur te kijken. Na de afdaling van de Kemmel maken we nog een ommetje naar Dranouter, al is daar weinig tot niets dat naar het jaarlijkse folkfestival verwijst. De finish ligt op het dorpsplein van Ploegsteert, bok er de motor even op om een bezoekje te brengen aan het graf van wielrenner Frank Vandenbroucke.


Wannes Cappelle van Het Zesde Metaal schreef het nummer ‘Ploegsteert’ in 2011 op vraag van KOERS, het wielermuseum van Roeselare. Zonder VDB bij naam te noemen, bezingt Cappelle in ‘Ploegsteert’ de roem die voor Vandenbroucke een te zware last op de schouders was. Hoewel Het Zesde Metaal aanvankelijk niet van plan was om ‘Ploegsteert’ op plaat uit te brengen, deden ze dat in 2012 toch. ‘Ploegsteert’ stond van 2016 tot 2019 op nummer 1 in de Belpop 100 van Radio 1. Het kan verkeren…

Download de route


Leffinge: De route loopt niet door Leffinge, maar blijft op de zuidelijke oever van het kanaal Plassendale-Nieuwpoort. Van daar ben je echter slechts een paar honderd meter verwijderd van zaal De Zwerver, die al meer dan veertig jaar garant staat voor goede muziek aan de Belgische kust. De Zwerver is ook de basis van het jaarlijkse festival Leffingeleuren.


Elverdinge: Sinds 1991 kijkt een stenen versie van Georges Van Eeckhoutte uit over het kruispunt van de Veurnseweg met het d’Ennestierplein. Van Eeckhoutte is bekend als ‘Het Kleine Ventje van Elverdinge’, een typische dorpsfiguur die met een sigaar in zijn mond van op zijn dorpel alles in de gaten hield. Ook Willem Vermandere ontmoette Van Eeckhoutte en schreef over hem het lied ‘Klein Ventje van Elverdinge’. Van Eeckhoutte overleed in 1975 in Elverdinge.


Poperinge – Talbot House: Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Poperinge een stukje onbezet België. Aalmoezeniers Neville Talbot en Philip Clayton richtten er in december 1915 een clubhuis op waar soldaten en verpleegsters even tot rust konden komen, weg van de oorlog. In 1916 werd een aanpalend hopmagazijn als ‘concert hall’ ingericht en vandaag kan je er nog steeds terecht voor variétéacts onder muzikale begeleiding van de Happy Hoppers.


Kemmelberg: Met zijn 156 meter is de Kemmelberg het hoogste punt van West-Vlaanderen, reden genoeg voor flink wat organisatoren van wielerwedstrijden om de renners over deze kasseipuist te sturen. De 17 meter hoge zuil van wit cement op de top herdenkt de Franse soldaten die vlakbij in een massagraf rusten. Van de 5.294 soldaten in het graf konden er slechts 57 geïdentificeerd worden. Het Franse monument wordt in de volksmond ‘De Engel’ genoemd.


Tekst en route Bart De Schampheleire                     Fotografie Peter Naessens

Deel

Gerelateerde artikels