Hop is niet alleen een essentieel ingrediënt als je bier wil brouwen, het is ook een bijzonder fascinerend gewas. Want een plant die tot een centimeter per uur kan groeien en zeven meter hoog wordt, die tref je niet op elke hoek van de straat aan. In de buurt van Poperinge staat het er wel nog vol van en laat dat ook nog eens een heerlijke regio zijn om met de motor te rijden. Dus hop, in het zadel!
Sometimes you win, sometimes you lose. Soms moet je een eind rijden om een toerroute aan te vatten, een andere keer ligt de start bij jou om de spreekwoordelijke hoek. Deze keer ben ik bij de gelukkigen, want op een dik kwartier sta ik al in Spanje. Niet in het echte Spanje uiteraard, wel in de Roeselaarse wijk Spanje die in de zeventiende eeuw een Spaanse enclave was. Toen de regio in de negentiende eeuw door economisch lastige tijden ging, werd de zone ‘aan de andere kant van de spoorweg’ door de Roeselarenaars spottend ‘Krottegem’ genoemd. De brouwerij Rodenbach, startpunt van deze route, staat aan de Spanjaardstraat, pal in Krottegem.

Keuneleute
Hoewel Roeselare niet veel meer is dan een veredelde provinciestad, is het centrum al besmet met het virus van de eenrichtingsstraten. We steken dan ook meteen het kanaal Roeselare-Leie over om de stad zo snel mogelijk te ontvluchten richting Oostnieuwkerke en Westrozebeke. De richting Staden constant op en af lopende Kasteelstraat is bij alle West-Vlaamse fietsers bekend als ‘de keuneleute’. Voor wie het West-Vlaams niet machtig is: een keun is een konijn en leute is plezier. Bedenk zelf maar een link tussen een weg die op en neer gaat en een konijn dat plezier beleeft, ik reken op je gezonde verbeelding.

Arabier
Nog meer konijn bij de Dolle Brouwers in de Diksmuidse deelgemeente Esen, het paasbier van de Dolle Brouwers heet namelijk Boskeun. Aan gezonde inspiratie hebben de Dolle Brouwers geen gebrek want naast Boskeun brouwen ze ook Oerbier en Arabier. De Dolle Brouwers is trouwens niet de eerste brouwerij die je tijdens de rit passeert, na 21 kilometer kom je in de Vlastraat in Houthulst al langs de Terrest Brewery, de hoevebrouwerij die door landbouwer Johan Van der Bauwhede en dochter Valerie wordt gerund. Wil je hier stoppen, check dan vooraf terrestbrewery.be om een afspraak te maken.

Les Moëres en Quaëdypre
Terwijl de ochtendzon de IJzer in het biljartvlakke landschap doet glinsteren, mag de handvatverwarming al een standje zachter. Tussen Diksmuide en Veurne volstaat het om even op de voetsteunen te gaan staan om tien kilometer ver te kunnen kijken, ‘Bachten de Kupe’ is hoogteverschil onbestaand. Bij het kasteel van Beauvoorde maken we de obligate foto met paaslelies op de voorgrond, kleurrijke voorbodes van een voorjaar dat er nu echt wel zit aan te komen.

In plaats van de kaarsrechte weg noordwaarts door de Moeren richting Adinkerke en de kust te volgen, slaan we links een al even kaarsrechte weg in die ons naar Les Moëres leidt. Aan de andere kant van de Franse grens verandert er niet zo veel. De plaatsnaamborden blijven heel Vlaams klinken, Herzeele (met een ‘e’ minder) vind je ook in Vlaanderen. Bij sommige naamborden heb je wel wat meer verbeelding nodig. Lijkt ‘Quaëdypre’ eerst nog een vormeloze letterbrij, dan ontdek je er al snel de Franse verbastering van Kwaadieper in. Frans-Vlaanderen op z’n best.

Hein, biloute!
De markt van vestingstadje Bergues (of Sint-Winoksbergen voor wie het liever in het Vlaams heeft) is een prima plek om net over halfweg de route even de beentjes te strekken of een koffie te scoren. (Her)bekijk voor je deze route rijdt de filmklassieker Bienvenue chez les Ch’tis eens, de hilarische prent van acteur/regisseur Dany Boon werd grotendeels in Bergues gedraaid. Je bestelling koffie afronden door de garçon ‘Hein, biloute’ na te roepen hoeft niet, dat grapje zijn ze hier ondertussen al lang beu.

Zuidwaarts richting Watou – we zijn dan een paar kilometer terug in België – gaat het pannenkoekvlakke landschap over in de charmante glooiingen van het West-Vlaams Heuvelland. De Zwarte Berg / Mont Noir blijft een vreemde verzameling van tabakswinkels op de Frans-Belgische grens, na de afdaling van de Rode Berg sturen we nog even richting Loker om de iconische Kemmelberg mee te nemen in de finale van de rit die je op twee plaatsen kunt beëindigen. Ofwel bok je de motor op in Popering, de abdij van Westvleteren ligt op een hopscheut verderop zodat je ook daar kunt beslissen om de dag te besluiten. Met een beetje geluk laat de lente al een terrasje toe.
PRAKTISCH De route start aan de brouwerij Rodenbach, Spanjestraat 135 in Roeselare. Op de E403 Kortrijk-Brugge neem je bij voorkeur afrit 7 (Kachtem-Izegem) om via de Kolenkaai de stad in te rijden, zo blijf je uit het ingewikkelde centrum. De 143 kilometer lijken voor een voorjaarsroute aan de pittige kant, maar in West- en Frans-Vlaanderen is de verkeersdrukte beperkt en schiet het lekker op. Let in het voorjaar wel een beetje op voor modder op de rijbaan, in de route zit er geen onverhard. Finish je in Poperinge, dan rij je over de N38 naar Ieper en zo terug landinwaarts. Rij je door tot Westvleteren, dan is terugkeren over de N8 naar Ieper de betere optie.

Brouwerij Rodenbach Brouwerij Rodenbach werd in 1821 opgericht door de gelijknamige familie en in 1998 verkocht aan brouwerij Palm die op haar beurt sinds 2016 deel uitmaakt van de Nederlandse Royal Swinkels groep. De Rodenbachs van de brouwerij zijn familie van de bekende Vlaamse schrijver en dichter Albrecht Rodenbach. De familie Rodenbach speelde een belangrijke rol in de Belgische revolutie. Brouwerij Rodenbach kan je van woensdag tot zondag om 14 uur bezoeken.

Dolle Brouwers Ontstaan uit een fietsclubje van vier mannen (‘De Dolle Dravers’) brouwden de Dolle Brouwers in 1980 hun eerste bier, Oerbier. In de 45 jaar die daarop volgden bleef de Dolle Brouwers een familiezaak die zich focust op het brouwen van een vast aanbod van zes bieren die over de hele wereld verkocht worden door een vast netwerk van groothandelaars. De Oerbar bij de brouwerij in Esen is elke weekenddag geopend van 14 tot 19 uur, een exacte kopie van de Oerbar vind je in hartje Tokio mocht je daar toevallig op motorreis zijn. De brouwerij bezoeken kan op zondag om 15 uur.

Kasteel Beauvoorde Het kasteel Beauvoorde duikt in 1408 voor het eerst op in de geschiedenisboeken, al zou het kasteel nog tweehonderd jaar ouder zijn. De familie de Bryarde kocht in 1573 het kasteel, maar niet alle familieleden hadden evenveel zin in een leven in een tochtig pand in het hol van Pluto. De Bryardes verkozen het leven in de stad zodat kasteel Beauvoorde verkommerde. Edelman Arthur Merghelynck kocht het kasteel in 1875, renoveerde het en propte het vol kunst, meubels en schilderijen. Alles staat er nu nog zoals op de dag dat Merghelynck in 1908 stierf. Het park is vrij toegankelijk, het kasteel zal in het voorjaar van 2026 na een grondige renovatie heropenen.

Bergues Omdat de meeste dorpen in Noord-Frankrijk echt nog dorpen zijn met weinig horeca, is Bergues een bekende stopplaats voor motorrijders die de regio doorkruisen. Bergues of Sint-Winoksbergen is een van de vele steden die door Vauban aan het einde van de zeventiende eeuw werden versterkt, in het geval van Bergues met een 5,3 kilometer lange vestingmuur die nog grotendeels intact is aan de noordzijde van de stad. Bergues ligt aan de Kolme, een gekanaliseerde oude arm van de rivier de Aa die Veurne met Waten (in de buurt van Saint-Omer / Sint-Omaars) verbindt.

Sint-Bernardus De hele geschiedenis van de brouwerij en hoe het bier gebrouwen wordt, ontdek je zelf wel als je voet aan grond zet aan de indrukwekkende site langs de Trappistenweg tussen Watou en Abele. Sinds de familie Depypere in 1998 de brouwerij overnam zet Sint-Bernardus enorm in op alles wat met beleving te maken heeft. Bezoek sowieso Bar Bernard, de taverne op het dak van de brouwerij met misschien wel het mooiste terras van heel Vlaanderen. Van op het terras kijk je uit over het West-Vlaams heuvelland, inclusief hopranken.

Hopmuseum Poperinge Het Hopmuseum aan de Gasthuisstraat 71 in Poperinge is van dinsdag tot zondag geopend van 10 tot 17.30 uur. Een standaardticket kost 7 euro, elke eerste zondag van de maand is de toegang gratis.

Sint-Sixtusabdij “Wij brouwen om te leven. Wij leven niet om te brouwen”, zo omschrijven de monniken van de Sint-Sixtusabijd uit Westvleteren hun brouwactiviteiten. Gezien de talrijke internationale prijzen die de trappisten van Westvleteren al in de wacht sleepten, zouden de paters er grof geld mee kunnen verdienen. Maar ze beperken het brouwvolume tot een minimum waardoor de Trappist Westvleteren Blond, Trappist Westvleteren 8 en Trappist Westvleteren 12 enkel na online bestelling en in beperkte hoeveelheden door particulieren kan worden gekocht. Op de website van de trappisten staat een kalender met daarop de dagen en uren dat je online bestelde bieren in Westvleteren kunt ophalen.

Tekst en route Bart De Schampheleire • Fotografie Peter Naessens