Soms heb je geluk, soms zit het tegen. Op de dag dat ik samen met fotograaf Peter deze route inblik schijnt de zon en in de zompige bermen bloeien de paaslelies zo hard dat ze collectief een statement maken: de winter is voorbij, de lente is in ’t land. Hoewel de rit start met een zwart omrand verhaal, doen de volgende 105 kilometers ons gemoed goed. Het is zalig op zwier zijn in de Zwalmstreek.
Hoe zou het nog met De man van Melle zijn, bedenk ik als we vanuit Melle de verstedelijking van Gent achter ons laten en zuidwaarts koers zetten richting De Vlaamse Ardennen. Bijna dertig jaar geleden was De man van Melle een typetje van Bart De Pauw dat wekelijks zijn opwachting maakte in het bijzonder populaire tv-programma ‘Schalkse Ruiters’.
De kwetterende eenzaat in zijn lange regenjas werd zo’n begrip dat het gemeentebestuur van Melle een paar jaar later besliste om een straat in een nieuwe verkaveling de naam ‘Koekoekstraat’ te geven, omdat De man van Melle elke aflevering aantrekkelijke vrouwen smeekte om hem een brief te schrijven. Adres: Koekoekstraat 70 in Melle. Intussen weten we allemaal wat er met Bart De Pauw is gebeurd zodat de sketches van De man van Melle nu toch in een andere sfeer baden. In deze tijden van politieke correctheid zijn er al voor minder straten hernoemd…
De Geraardsbergsesteenweg heeft richting het piepkleine Landskouter (BV-weetje: Helmut Lotti trouwde er in het stemmige dorpskerkje, al weet ik niet meer met zijn hoeveelste vrouw) een aantal leuke bochten in de aanbieding, ideaal om een beetje in het ritme te komen. De eerste paar tientallen kilometers rijden we op de heuvelrug die de Scheldevallei van de Vlaamse Ardennen scheidt. In Moortsele, Munte en Beerlegem zijn de hellingen nog niet zo steil als in de échte Vlaamse Ardennen, al heeft de streek beslist zijn charmes.
De kasseien van de Lange Munte tussen Scheldewindeke en Dikkelvenne zijn voor mij bekend gebied, elke dag van mijn kindertijd ben ik hier overheen gedokkerd op weg naar school en ’s avonds weer terug. Sinds de kasseiweg een paar jaar geleden heraangelegd werd, ligt de kaarsrechte weg over het voormalige militaire vliegveld er een stuk beter bij, al doe ik het rustig aan. Niet om de GS 1300 te sparen, wel om de herinneringen aan mijn jeugd maximaal te laten binnenkomen.
Het eerste deel van de route is op de smalle kronkelbaantjes van de Vlaamse Ardennen niet alleen in de pure betekenis van het woord een roetsjbaan voor me, het is ook een emotionele rollercoaster. In Sint-Denijs-Boekel passeer ik op de plek waar ik mijn beste kameraad verloor in een dom motorongeval, tien kilometer verder geef ik een dot gas als ik aan het kerkhof van Zottegem passeer om hem te groeten. Ik troost me met de gedachte dat hij al twintig jaar uitkijkt over de mooiste glooiingen van de Vlaamse Ardennen waar hij zijn RSV Mille zo graag de sporen gaf.
De Zwalm ontspringt in Vloesberg en kronkelt zich door de Vlaamse Ardennen naar de Schelde. De ene oever is meestal steil, de andere eerder glooiend. Het 21,8 kilometer lange riviertje gaf ook de naam aan de gemeente Zwalm, die een samenvoeging is van twaalf petieterige dorpjes die allemaal in de vouwen van het landschap verstopt liggen. Rozebeke is zo’n pareltje, een paar kilometer verder passeer je aan de voet van de Hostellerieberg (officieel ‘Langendries’) aan het mijnwerkerspad, een tot fiets- en wandelpad omgevormde oude spoorlijn die de bewoners van de Vlaamse Ardennen naar de Borinage bracht om in de mijnen te gaan werken. Lang vervlogen tijden.
Met een ruime boog rond Zottegem beginnen we aan de terugkeer noordwaarts, via Herzele en Erpe-Mere belanden we in de rozenstreek. Van Lede naar Wichelen en Berlare rij je van de ene boomkwekerij naar de andere. In Uitbergen dwarsen we de Schelde, de rivier die twee uur geleden op het startpunt van de route al onder ons door stroomde. Het Donkmeer is een prima plek om een koffie te scoren, al kan het er heel druk zijn.
Tussen Gent en Lokeren steken we door naar Wachtebeke over een landschap dat iets te vlak en iets te druk bebouwd/bewoond is in vergelijking met de Vlaamse Ardennen die nu echt wel ver achter ons liggen, maar het eindpunt van de route is het ommetje waard. De laatste paar kilometers rij je op de dijk van het Kapittelsvaardeken. Niet meer dan een uit de kluiten gewassen beek, maar wel leuk om de rit te beëindigen.
Praktisch De route start op de brug over de Schelde in Melle, gemakkelijk bereikbaar via de R4, de Ring rond Gent. Door de Vlaamse Ardennen gaat het vaak over smalle betonweggetjes waar je gemiddelde snelheid laag ligt en je na een periode van regenval rekening moet houden met wat modder op de weg. Na 105 kilometer finish je aan het Provinciaal Domein Puyenbroeck in Wachtebeke. West-Vlamingen en Antwerpenaars rijden huiswaarts over de E34, iedereen die richting zuiden moet doet dat via de R4 en de E40.
De Kaaihoeve In een oude boerderij op de oever van een in onbruik geraakte Schelde-arm in Meilegem opende de provincie Oost-Vlaanderen in 1994 het natuur-educatief centrum De Kaaihoeve. In eerste instantie richt De Kaaihoeve zich op educatieve projecten voor jongeren en scholen, maar iedereen is er welkom om er de steeds wisselende tentoonstellingen te bekijken of om een wandeling te maken.
Ter Biestmolen De Ter Biestmolen is een van de vele watermolens op de Zwalmbeek die tot taverne is omgevormd. Al in de elfde eeuw zou er op deze plaats een molen gestaan hebben, de Ter Biestmolen stopte in 1970 voorgoed met malen nadat de molenaar er was verongelukt bij het smeren van de as. “Dit is toch een van de mooiste terrassen van Vlaanderen?”, aldus fotograaf Peter bij het bekijken van het terras van taverne De Molenaere.
De waterkersgrachten van Roborst Zuiver water is in Vlaanderen schaars geworden, maar in de schaduw van de kerk van Roborst is het water schoon genoeg voor de teelt van waterkers. Zeventien jaar lang teelde Cressana biowaterkers voor versmarkten en restaurants, intussen wordt de waterkers geperst en gevriesdroogd tot voedingssupplement in capsulevorm.
Rozebeke De Zwalmbeek gaf haar naam aan de fusiegemeente Zwalm die uit twaalf sfeervolle dorpen in de Vlaamse Ardennen bestaat, Rozebeke is een van die dorpjes. Het dorpsplein is fraai gerestaureerd, de Onze-Lieve-Vrouwekerk kreeg met enige zin voor overdrijving de bijnaam ‘De kathedraal van de Zwalmstreek’. Op de hoek van het plein staat café De Valk over te nemen. Wie ooit de film ‘Allez, Eddy!’ zag: café De Valk werd voor de opnames omgetoverd tot de slagerij waar acteur Peter van den Begin de koteletten kapt en veel scènes voor de film werden in de dorpskern van Rozebeke opgenomen.
Donkmeer Het Donkmeer in Overmere ontstond duizenden jaren geleden toen de loop van de Schelde veranderde. Turfwinning in de zeventiende en achttiende eeuw gaf het Donkmeer zijn uiteindelijke vorm. Met zijn oppervlakte van 86 hectare is het Donkmeer een van de grootste plassen in Vlaanderen, de diepte van maximaal 3,2 meter is dan weer heel gering. Rond het Donkmeer tref je veel horeca, paling is een lokale specialiteit.
Puyenbroeck In 1965 begon de provincie Oost-Vlaanderen met de aankoop van in totaal 510 hectare grond die vanaf 1969 werd opengesteld als domein Puyenbroeck. Het recreatiedomein werd later aangevuld met een binnen- en buitenzwembad, een golfterrein en een sporthal. Een ideaal eindpunt voor een koffie, een wandeling of wie weet zelfs een verfrissende duik.
Tekst en route Bart De Schampheleire • Fotografie Peter Naessens