Toerroute: Condroz

Het golvende landschap van de Condroz strekt zich uit tussen de provincies Luik en Namen. Deze route van Esneux naar Seny (130 km) flirt eerst nog wat met de uitlopers van de Ardennen voordat we de echte Condroz induiken. Download de route onderaan het artikel.

In Esneux figureren de oevers van de Ourthe als vertrekpunt. Naar onze smaak een tikje te toeristisch in volle seizoen, maar op dit ogenblik nog best doenbaar qua drukte. Ook wij doen het de eerste kilometers rustig aan, terwijl we de meanderende Ourthe volgen en langs de steengroeves van Poulseur passeren. Even verderop verlaten we kort de vallei, richting Sprimont. Via wegen die alsmaar nauwer en bochtiger worden, rijden we via Presseux, Fraiture en Rivage door naar Comblain-au-Pont.

Bij Hamoir pikken we weer aan bij de loop van de Ourthe, waar de N66 ons door de kronkelige vallei van Néblon dirigeert. Stuurplezier gegarandeerd, maar kijk uit want het wegdek laat het hier en daar wat afweten. We arriveren in Ocquier, een (groot) dorp in typische Condroz-stijl met een stevige historische basis want het dateert uit de Gallo-Romeinse tijd.
Van hieruit gaat het verder naar het historische gehucht Vervoz. De route leidt ons doorheen deze prachtige site met majestueuze gebouwen, een schattig kapelletje en vredig grazende schapen. Even verderop komen we aan bij het kasteel van Hoyoux, in de gelijknamige vallei. Vanaf Ohey gaat het via Andenne naar Haltinne, waar een mooi kasteel op ons wacht. Even verderop in Faulx-les-Tombes verdient de prachtige Abdij van Grandpré een stop, al is het domein dezer dagen in privéhanden en dus niet te bezoeken.

Voor de laatste kilometers van deze route maken we gebruik van de Samsonvallei, een echte ‘Naamse klassieker’. Het wegdek werd enkele jaren gelden vernieuwd (hoera!), maar wees toch maar voorzichtig want de baan wordt afgezoomd door bomenrijen en die komen soms akelig dichtbij. De N942 brengt ons naar Gesves, waar het landschap zich weer opent. In Barsy houden we nog even halt bij het Musée Monopoli, dat op zich al de verplaatsing waard is. Van hieruit is de aankomst al bijna in zicht.

Bezienswaardigheden

Kasteel van Haltinne: Niet het meest bekende kasteel van de Condroz, maar met z’n Engelse park en slotgrachten wel een stop waard. Gebouwd in 1635, bleef het kasteel 350 jaar lang nagenoeg ongewijzigd. Het kasteel van Haltinne wordt geflankeerd door een hoeve uit dezelfde tijd. Sinds kort kan je overnachten in de gites, het kasteel zelf wordt vanaf 2025 opengesteld voor events.

Monopoli Museum: Dit opmerkelijke museum is genoemd naar zijn oprichter, Renato Monopoli. Je vindt er allerlei zeldzame objecten zoals nog steeds werkende vitrineautomaten uit de periode 1850-1950, maffe muziekinstrumenten zoals mechanische piano’s en draaiorgels, maar ook maquettes van boten, en oude caféspelen.

Comblain-au-pont: Wie van autosport houdt, kent ongetwijfeld de fameuze Luigi BMW’s, genoemd naar tuner Luigi Cimarosti – ook wel bekend als ‘de tovenaar van Comblain-au-Pont’ omdat hij zulke snelle en efficiënte wagens bouwde. De Luigi BMW’s maakten vooral furore in de 24h van Francorchamps in 1974 en 1975. De coupé 3.0 CSi met Jean Xhenceval aan het stuur is intussen niet minder dan legendarisch…

Tekst Philippe Bonamis, Jacques Berghmans           Fotografie Thierry Dricot