Right Said Fred

Fred Fourgeaud

Vorig weekend overleed Fred Fourgeaud, bezieler van het Chinees/Franse merk Mash, en dat stemt me tot tranen toe verdrietig. Want als je even welwillend vergeet dat de Fransman de trend inluidde van Chinese motoren die slechts flinterdun vermomd als Europese neo-retro klassiekers de markt opkrikten, is een bezieler exact wat de man was. Het soort bezieler waarvan de motorwereld steeds vaker ontdaan wordt.

Ik kan niet zeggen dat ik Fourgeaud goed heb gekend. Ik heb ooit een van z’n sigaren gerookt op Corsica. Dat was nadat er een vleermuis recht in m’n mond was gevlogen tijdens een rit in het schemerdonker. Vond hij hilarisch. Iets wat ‘m wel vaker overkwam, dingen hilarisch vinden. En het spijt me achteraf verschrikkelijk, maar die dag ging ik nog niet helemaal mee in de hilariteit. Niet zozeer uit vrees spontaan een nieuwe covid-variant te kweken met m’n eigen speekselklieren, maar omdat ik de man achter een merk als Mash van nature niet vertrouw. Het leken me zielloze motoren, gemaakt door iemand die uit is op snel geldgewin en weinig meer. Maar ik had het fout. En goed ook.

Ik weet niet wanneer de ziel in het gegeven ‘motorfiets’ is gekropen, reeds bij het prille begin wellicht, met een serieuze boost door T.E. Lawrence of Arabia die lyrischer schreef over z’n Brough Superiors dan over de Arabische opstand die hij eigenhandig opstookte. Ik zeg maar wat. Wat ik wel meen te weten is wanneer de doomsday-klok is gaan slaan, de start inluidend van de immer verder gaande ontzieling van de algemene motorbranche.

Als je het mij vraagt is dat begonnen bij de Japanners die plots hun kijk op de cruisers gingen vermarkten. Wellicht in de hoop de Amerikaanse motorscene nog meer tot de hunne te maken, ingegeven door Japanse accountants en aangevuurd door sluwe Amerikaanse marketing gladjakkers, eerder dan door mechanische perfectie gedreven ingenieurs als Soichiro Honda. Met motoren die meer weghadden van slechtgetekende Harley-karikaturen dan van geloofwaardige Route 66-cruisers. Het waren zielloze verkoopproducten.

Bij de kilo werden ze uitgedeeld aan uitgebluste kruideniers die dachten een saai bestaan op te vrolijken door met mevrouw achterop het getrapte zadel richting Overmere te waggelen om daar paling in het groen te gaan vreten. Nog eens. Zielige antireclame voor alles wat motorrijden geweldig maakt. De Honda Deauville was misschien wel het kantelpunt, het gemotoriseerde equivalent van het ontdooien van de permafrost als totaal klimaatarmageddon, the point of no return waarop de motorfiets helemaal van z’n ziel werd ontdaan. Andermaal tekenend is dat de ‘Dullvilles’ net als Japanse cruisers niet tijdig aan te slepen vielen.

Waarna de motorwereld dus naadloos is overgegaan in wat ik lang beschouwde als zielloze Chinese neo-klassiekers. Van daaruit ontstond in zekere zin ook de kortstondige, hippe caféracer/scrambler-trend voor en door mensen die er wel heel erg bezield uitzagen, maar bovenal een ego-gedreven zoektocht naar identiteit en vreemdsoortige camaraderie uitten door gewelddadig een slijptol tegen een oude BMW aan te mikken en ‘m in een op de werkplaatsvloer uitdovende vonkenregen te ontdoen van al z’n waardigheid.

Intussen zijn we aanbeland in een motorwereld waarin de Chinezen zowaar goeie motoren bouwen en de Europeanen onderhand ook op wereldniveau opereren met tweewielers die steeds minder ziel uitademen, maar wel geweldige techniek en prestaties bieden. Hoe tijdelijk ook. En dat alles terwijl de Japanners op enkele uitschieters na moeite hebben om nog de vuist te maken waarmee ze ooit de mondiale motormarkt de ene uppercut na de andere verkochten en het bij een schare paralleltwins houden als kostenbesparende oefening. En dan moet het elektrische verhaal nog goed en wel beginnen. De motorbranche is zieltogend.

En ergens daar in het midden van die hele recente motorgeschiedenis had je tot 19 maart iemand als Fred Fourgeaud. De man die Chinese motoren vermomde als neo-retro klassiekers en daarmee een trendsetter van jewelste werd. Al deed hij het met een aparte vorm van humor. ‘MASH’ is ook de naam van een Amerikaanse serie over de oorlog in Korea. En de typebenamingen die uit z’n koker vloeiden waren achteraf bekeken hilarisch. De Five Hundred 400 of de Six Hundred 650, ik had Fred Fourgeaud bij de eerste ontwarring van die typebenamingen al een bezield genie moeten vinden. Of toch het voordeel van de twijfel moeten gunnen, in plaats van ‘m te verdenken van plat commercialisme op de rug van goedgelovige, vaak beginnende motorrijders en wanhopig gaten in de markt zoekende motorhandelaren.

Ik had het ‘m graag eens expliciet gevraagd, maar wat Fourgeaud volgens mij heeft willen teweegbrengen is middels goedkope Chinese motoren eigenhandig de Japanse invasie van de jaren 60 overdoen. Nieuwe motorrijders het bad in sleuren van gemotoriseerd rijplezier met bovenal goedkope, helaas niet bijster betrouwbare, maar niet verkeerd uitziende motorfietsen. Met een zweem van onversneden Frans je-m’en-foutisme dat nu eenmaal bij motorfietsen hoort. Of zou moeten horen.

En het werkte. Want in een mum van tijd zag je overal Mashen (Mashes? Mashienen?) in het straatbeeld verschijnen, met een hele schare nieuwe motorrijders in het zadel. Motorrijders die hopelijk doorstomen richting het betere werk. Al weet ik intussen nauwelijks nog waar ze dat betere werk vandaan moeten halen.

Bij Fourgeaud was een motorfiets ‘une meule’, een bijna onvertaalbaar woord dat z’n etymologische oorsprong vindt bij het Franse woord voor molensteen. Klinkt als: ‘une muile’. Dat bekt oneindig veel beter dan het in zwang zijnde ‘unit’. Iemand in de motorbranche die een motorfiets omschrijft als ‘unit’ beschikt met een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid over een ingekaderd marketingdiploma, waarbij hij/zij/X heelder Powerpoints bij elkaar weet te kleven over de motorbeleving die het nieuwste model teweeg zou moeten brengen. Om dan dat zorgvuldig opgebouwde imago met één woord als ‘unit’ meteen te bagatelliseren tot een cijfertje op een Excel-spreadsheet.

‘Product’ is er nog zo eentje. Wie over motorfietsen spreekt zoals Walter White over z’n crystal meth, heeft niet enkel een marketeerdiploma en wellicht ook een knoert van een cokeverslaving, maar vooral weinig of geen bezieling voor wat een motorfiets is. Laat staan een motorrijbewijs. Wat ze gemeen hebben, ‘de unitbombers’ en ‘productplacers’, is dat ze hun ziel hebben verkocht aan een arsenaal van socialmediakanalen die hen verlekkerd maakt op clicks en likes en bevallig met hun ogen knipperende influencers (M/V/X). Maar passie voor de motorfiets?

De motorbranche wordt overspoeld door ‘unit’- en ‘product’-spuwers van wie wij als motorjournalisten enkel iets horen als een puntje van kritiek hen doet vrezen voor een lager aantal ‘units’ op hun tabblad en bijhorende bonus. Ho maar mocht je om een of andere duistere reden de correcte balhoofdhoek van een bepaald model willen weten. Vaak moet je eerst nog uitleggen dat een balhoofdhoek niet hetzelfde is als de klantenprijs ex btw, waarbij het technisch belang verloren gaat omdat op de achtergrond alweer een nieuwe post van ‘influencer on a bike’ schreeuwerig om hun aandacht vraagt. Als je die aandacht al vastkreeg middels een telefoon die meteen werd beantwoord…

Mijn laatste gesprek met Fred Fourgeaud ging over het verschil in stuurgedrag van de Pirelli’s op de Moto Morini Seiemmezzo STR en SCR. Waarna we ook gewoon langs de kant van de weg, met regendruppels die langs onze omvangrijke neuzen naar beneden drupten, een boompje opzetten over het verschil in stuurgedrag tussen twee identieke SCR’s – waarbij hij blij was dat iemand opmerkte dat hij op een aantal motoren wat aan de veren had geprutst. Ten goede.

Fred Fourgeaud was dan wel motorconstructeur, of iets wat daarvoor moest doorgaan, hij was ook een racer die ooit – gehoond op schreeuwerige 500cc tweetakt racemotoren – een standaard Kawasaki GPZ900 in de top drie van de 24u van Le Mans kwalificeerde en nadien een erg succesvolle motorzaak uitbouwde, vanaf de werkplaats als monteur tot multi-merken dealership. De man kon dus rijden én sleutelen. Had ook zakenvernuft. Maar ik heb ‘m nooit het woord ‘unit’ horen uitkramen, waarbij hij bullshit over stuurgedrag doorzag als de beste. En wellicht de balhoofdhoek uit z’n hoofd kende.

We spraken over de GPZ900, gevolgd door z’n Maico 490 die in z’n kantoor stond. Of de Gordini Formule 1 van Jean Behra in de inkomhal van z’n bedrijf. Dat ik de Franse F1-rijder en woelwater Jean Behra kende bezegelde mijn lot, waarna we een uur over zijn uitgebreide autocollectie spraken. Met een ontzettende bezieling en bevlogenheid. De man had een De Tomaso Pantera Group 4 racewagen. Dan weet je het wel. Vanaf dan ging ik Mashen anders bekijken. Terecht of onterecht, maar ik zag ze als het geesteskind van een man met het motorhart op de juiste plaats.

En ik had nog veel meer met Fred willen bespreken. Want de man had iets te vertellen over motoren, auto’s, rijden en andere mooie dingen. Doorspekt met ziel. Altijd. En dat is zo’n ontzettend zeldzaam goed geworden in deze branche, dat zijn heengaan me tot tranen toe bewogen heeft. Iets wat me niet zal overkomen bij een nieuwbakken marketeer die me naast iets over units ook komt uitleggen hoe ChatGPT wellicht ook de wereld van de journalistiek zal veranderen. Het kan me allemaal wat.

Ik ben blij dat ik deze bezielde man mocht ontmoeten. Hij sprak rechttoe, rechtaan. Right Said Fred. Maar dan in het Frans en ergens met ‘bordel de merde’ ertussenin. Wat een kerel. Moge z’n ziel rusten in vrede.

Fred Fourgeaud

Deel

Gerelateerde artikels

Motorkwartet

Het heeft er alle schijn van dat Sefan Pierer (Pierer Mobility AG) op z’n overnamepad is uitgekomen bij de fabriekspoorten van MV Agusta Motor Spa…

Can’t drive … 100

Achterop m’n Kawasaki GPZ900 Top Gun replica prijkt een sticker met een doorkruiste 55. Dat was in de jaren tachtig een campagne tegen het invoeren

#MakeSuzukiGreatAgain

Suzuki zegt de MotoGP vaarwel. Ik kan me echt niet meer van de indruk ontdoen dat motorfietsen bouwen daar in Hamamatsu werkelijk niemand nog een