Voor menig GP-rijder ligt het draaien van rondjes op de zanderige, vlakke baan aan de basis van wereldwijd racesucces. Vervelende bijkomstigheid is wel dat diezelfde rijders doorgaans uit de VS of Australië komen, waar flattrack deel uitmaakt van de opvoeding op twee wielen. Rondjes draaien in het zand is bij ons in de Lage Landen nooit echt heel populair geweest, maar daar zou de Royal Enfield Slide School weleens verandering in kunnen brengen. Wij gaan langs voor een spoedcursus stofhappen voor beginners.
Flattracken ziet er altijd waanzinnig spectaculair uit. Het basisprincipe mag dan wel erg simpel zijn – zo hard mogelijk linksom rondjes draaien – ik heb geen flauw idee hoe je op twee wielen een dergelijk parcours moet aanvliegen. Vrij letterlijk in dit geval. Een opdoemende feesttent in een weiland doet vermoeden dat de bestemming bereikt is, een tractor maakt nog snel wat rondjes om de baan uit te vlakken. Hier stonden gisteren doodleuk nog een paar koeien te grazen.
Maar laat dat nu juist de charme zijn van flattracken: je hebt niet meer nodig dan een beschikbaar stuk grond en de pret kan beginnen. Laagdrempeliger wordt het bijna niet. De pop-up circustent waarin we worden verwelkomd is in die zin eigenlijk al aan de ambitieuze kant, maar komt in dit geval geheel op het conto van Royal Enfield, het merk dat aan de wieg staat van de Slide School.
De insteek van Royal Enfield wat betreft flattracken is wel een interessante. Het oeroude merk, ooit door de Britten achtergelaten in Indiase handen, timmert tegenwoordig flink aan de weg en daarin steken ze ook hun sportieve aspiraties niet onder stoelen of banken. Al moet je in dit geval dan niet denken aan een kunstmatig opgetuigd Moto2-team, miljoenen verslindende Dakar-deelname of een andersoortige ver-van-onze-bedshow, nee, de Indiërs zetten juist in op laagdrempelige fun voor gewone stervelingen als jij en ik.
Kijk, dat is nog eens een verrassende benadering. Motorsportmanager Rahul Sinroja, speciaal voor de gelegenheid ingevlogen, legt uit waarom juist daar de kracht ligt van het flattracken: “Racen is allemaal goed en wel, maar het is ook erg duur. Nog los van het financiële aspect zijn er ook niet zo veel rijders die écht het maximale uit hun motor weten te halen. Dan is de lol er toch snel af? Wij zijn ervan overtuigd dat heel wat rijders het veel leuker vinden om met een paar gelijkgestemden de baan op te gaan en een dag lol te beleven, zonder dat het allemaal veel moet kosten. Iedereen zou van motorsport moeten kunnen genieten, ook met een wat kleiner budget. Daarom zijn we gestart met de Slide School, en met succes.”
Royal Enfield zette al meerdere Slide Schools op poten in de VS, India, Thailand en Italië en nu zijn de Lage Landen aan de beurt – al moet je er wel even de grens voor over want de trainingen hebben plaats in Nederland. Benelux importeur Motomondo was al snel te vinden voor het idee, voor de uitbating van de Slide School werd aangeklopt bij de Nederlandse flattrack-kampioen Maikel Dijkstra.
Het basisprincipe van de Slide School is simpel: Maikel voorziet in de training op een geschikte locatie, Royal Enfield levert de motoren en voor 190 euro kan je een dagje gaan glibberen en glijden over een zanderige oval. Bovendien is het niet alleen lollig, je krikt ook meteen je motorbeheersing flink op. Win-win. Wel even zelf motorkleding meenemen, maar dat is het zowat.
Qua kleding kan je in de flattrack trouwens alle kanten op, getuige ook de nogal uiteenlopende garderobe van het aanwezige journaille. De een doet het in racepak, de ander staat lekker te wapperen in crossoutfit, weer een ander begint z’n kruistocht in spijkerbroek. Kortom, je ziet maar wat je zelf het fijnst vindt.
Er staan acht Royal Enfield FT411’s voor ons klaar; een soort van gestripte Himalayan inclusief sportuitlaatje, nummerbordjes (uiteraard) en de onmisbare flattrackbanden. Er ontbreekt overigens ook iets. De voorrem. Dat is toch altijd even slikken, maar Maikel is resoluut: “Maak je geen zorgen, die heb je echt niet nodig. Je doet alles met de achterrem, daar zet je de motor ook mee in de bocht.”
Tijdens de trackwalk legt Maikel uit hoe je het best een bocht kunt benaderen en weer uit komen. Terwijl onze hersenen piepen en kraken onder de stortvloed aan leerstof – uit de heupen, bovenlichaam recht, achterrem erbij, hellingshoek nemen, schouders horizontaal, voet uitsteken, kijken, terugschakelen… – stappen we richting de tent om in het zadel te kruipen van de 411 en wat rondjes te rijden om gevoel te krijgen. Dat stappen ziet er trouwens wat raar uit omdat we links een ijzeren zool onder onze laars hebben gebonden, daarmee kan je makkelijker je linkervoet over het zand laten glijden in het bochtenwerk.
Na wat rondjes om wat te wennen aan de losse ondergrond, vindt Maikel het welletjes geweest en wuift hij ons binnen. Tijd voor het serieuze werk. We leren eerst gevoel krijgen met de motor door in hele korte achtjes te draaien, waarbij het noodzakelijk is om maximale hellingshoek te nemen en de motor om te gooien met het gas. Zo bouw je op lage snelheid gevoel op met zowel de voorkant (platgooien, je hebt meer grip dan je denkt) als het sturen van de achterkant met de rechterpols. Uiteraard kukelen we er allemaal wel eens af, dat hoort erbij.
Wanneer we dat ongeveer onder de knie hebben, gaan we de ‘grote baan’ op. Het rondje wordt in stukken gehakt: eerst trainen we op het inrijden/inglijden van de bocht, als we dat een beetje in de vingers hebben gaat de focus op het uitkomen. Overigens went de afwezigheid van de voorrem sneller dan gedacht. Je stuurt en remt de motor met een combinatie van motorrem bij het terugschakelen van twee naar één en het oppakken van de achterrem waarmee je de achterkant wat naar buiten zet. Je rechtervoet blijft op de voetsteun staan terwijl je tijdens het insturen je linkervoet naar buiten brengt (en dus niet naar voren zoals in de cross, tenzij je je knieschijf wilt terugkoppen) en gebruikt als een soort ski. Dat doe je niet echt om op te steunen, maar meer voor het gevoel en verplaatsen van het gewicht, zoals een kneedown op het circuit.
Tijdens het insturen is het belangrijk om de bocht al door te kijken en de motor onder je weg te drukken. Vertrouwen in de voorband is hierbij cruciaal, en dat bouw je alleen maar op door de oefening oneindig te herhalen. Je bovenlichaam hou je ondertussen zo verticaal mogelijk terwijl je het stuur met rechte schouders onder je vandaan duwt. Daarna is het zaak om de boel zo snel mogelijk op te pakken met het gas. Niet te bruusk want dan gaat de achterkant alle kanten op, maar ook weer niet te truttig want dan neem je niet genoeg gang mee naar de volgende bocht en ben je een makkelijke prooi voor je collega-zandhazen. Daar moet je dus een evenwicht in zien te vinden.
Aan het einde van de training mogen we racen. Altijd leuk om de leerstof in de praktijk te brengen … om vervolgens in blinde paniek alles wat je geleerd hebt nog voor de eerste bocht overboord te kieperen. Maikel geeft nog wat tips hoe je een flattrack-motor het best van de startlijn krijgt: kont naar achteren, koppeling laten opkomen tot het aangrijpingspunt en dan een flinke dot gas. En zo stuiven we even later met vier man inderdaad op de eerste bocht af. Ik heb de beste start en dat blijkt goud waard op de wat krappe baan, even je motor ertussen ploffen vraagt namelijk nogal wat overtuigingskracht. Vier rondjes later ga ik zowaar als eerste onder het zwart-witgeblokt door en mag ik me opmaken voor de finale.
In de finale schiet een collega onderdoor en voel ik een doemscenario opborrelen waarbij ik tot in het einde der tijden met trompetgeschal aan deze inhaalactie herinnerd zal worden. Gelukkig verremt hij zich voor de volgende bocht, een uitnodiging die ik uiteraard niet afsla. Ik prop de 411 ertussen. Vanaf dat moment is het volle kracht vooruit en niet meer omkijken. Nog nahijgend van m’n eerste flattrack-overwinning worden we uitgenodigd om de strijd aan te gaan met Maikel. Die blijkt uiteraard een maatje te groot, nog los van het feit dat m’n belabberde start iedere hoop op ‘aanpikken’ direct al in de kiem smoort.
De afsluitende wedstrijdjes zijn natuurlijk leuk, al was het maar omdat de snelheden nog een beetje te behappen zijn en je bij afwezigheid van de in de motorsport normaal altijd zo latent aanwezige doodsangsten gewoon een beetje ongegeneerd lol kunt trappen met je maten. Beschouw het als de kers op de taart na een dag stoeien, glibberen en glijden in een poging om de edele kunst van het flattracken een beetje in de vingers te krijgen. In elk geval: wie op zoek is naar een dagje laagdrempelige fun op twee wielen is bij de Royal Enfield Slide School aan het juiste adres.
Ook proberen? Kijk dan op eens www.flattrackacademy.com en zoek naar een beschikbare datum. Je hebt gegarandeerd een topdag op twee wielen!
Tekst Randy van der Wal • Fotografie Jarno van Osch/Shot Up Productions