Na de succesvolle eerste editie afgelopen zomer, wordt er ook in 2024 een Ténéré Travel Trophy georganiseerd. Dit keer start de reis in de Duitse deelstaat Beieren, waarna het verder gaat door Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en Kroatië.
Net als vorige keer is de gedachte ‘vrijheid blijheid’: iedere deelnemer krijgt de gps-bestanden toegestopt en kan rijden en vertrekken wanneer hij of zij wil. De etappes variëren in lengte en wie het onverhard te uitdagend vindt, kan gebruikmaken van een alternatieve onroad-route.
De organisatie heeft geluisterd naar de feedback van de deelnemers, dus in 2024 is er meer offroad, en deelnemers die gebruikmaken van de optionele Dealer Package reizen terug per vliegtuig in plaats van bus.
Deelname kost 999 euro. Voor de optionele Dealer Package (check-up van de motorfiets bij de dealer, motortransport, bus- en vliegreis en bagagetransport) betaal je 800 euro. Het bagagetransport is ook los te boeken voor 200 euro. Meer info en inschrijven: www.teneretraveltrophy.com
Ook wij zijn er zeker weer bij in 2024, het volledige relaas van onze 2023-deelname lees je in de Motorrijder Allroad Special (die je ook nog steeds in de winkel kunt vinden). Hieronder lees je alvast een voorsmaakje.
Ténéré Travel Trophy 2023
De Ténéré Travel Trophy wil georganiseerd reizen anders aanpakken en dus niet zomaar lusjes rijden maar écht travellen, in dit geval van Dreux bij Parijs over de Pyreneeën helemaal naar La Pueblo da Roda in Noord-Spanje. Om het allemaal extra spannend te maken – het heet ook niet voor niks Travel Trophy – krijgen de deelnemers dagelijks een opdracht voorgeschoteld, aangevuld met een weekopdracht en nog extra ‘challenges’ tussendoor.
Van de honderd deelnemers kiest ruim de helft voor het zogenaamde dealerpakket: de rijder reist comfortabel met een bus naar het beginpunt en wordt na de Trophy even comfy weer in België afgezet, terwijl de motor op de vrachtwagen gaat. Tussen de verschillende bivakken gaat de bagage mee op het transport, zodat de etappes zo lichtvoetig mogelijk afgelegd kunnen worden.
Dat sprak ook Jan, rond de zestig en vachtwagenmonteur, wel aan. Jan droomde al langer van een motor maar je weet hoe dat gaat, het leven kwam ertussen en die motor bleef noodgedwongen veel te lang een droom. Tot Jan op een verloren zaterdag naar zijn lokale dealer trekt en prompt een Ténéré 700 koopt … en zich niet veel later inschrijft voor de Ténéré Travel Trophy.
Dat Jan daardoor een van de meest enthousiaste deelnemers is, mag duidelijk zijn. We genieten met z’n allen mee van de overweldigende emoties die Jan zo ontvankelijk ondergaat, en van de immense twinkeling in zijn ogen die we bij elke offroad-rit nog feller zien glinsteren. Jan wil zoveel mogelijk proberen en leren, want ooit wil en zal hij zijn mooie Gauloises T7 door het Marokkaanse landschap sturen. Noem me een emotioneel kieken, maar van zulke dingen word ik ontzettend blij: mogen zien hoe iemand openbloeit als motorrijder, op welke leeftijd dat ook is.
Dat we op elke leeftijd nog kunnen bijleren als rijder mag ik trouwens ook zelf weer maar eens ervaren. Want ook ik koos voor het dealerpakket, maar was wel zo koppig om mijn bagage toch zelf mee te sleuren in brede Kappa koffers. Lang verhaal kort: harde koffers zijn geen goed idee voor een trip als deze, en tot die conclusie had ik ook al voor de start kunnen komen want zowat iedereen kwam met soft-luggage opdagen. Ik weet nu ook waarom.
De Ténéré Travel Trophy wordt afgetrapt bij het kasteel van Dreux, dat grenst aan een park waar verschillende offroad-parcours zijn aangelegd. Hier krijgen we al meteen zeven challenges voor de voeten geworpen. Voordat we de zeven challenges aangaan, rijden we een lus van 64 kilometer die voornamelijk bestaat uit vlakke offroad. Prima om de stramme spieren (die vervloekte, veel te dunne slaapmatjes) wat los te rijden en meteen ook een goed opwarmertje voor challenges die met namen als Savannah, Jungle, Swamps, Oasis en Mountains de aard van de uitdaging perfect weergeven.
Al bij de eerste challenge zet ik de toon voor een dagelijks ritueel: de Ténéré World Raid tegen de vlakte leggen. Op het MX-parcours spring ik van een tafelberg die gevolgd wordt door een kombocht … die ik grandioos mis, waarna ik aan een belachelijk lage snelheid de grond kus. Resultaat: een geplooid stuur en een gebroken spiegel, maar daar weten de Yamaha-monteurs wel raad mee. Ik ben ook niet de enige, zo blijkt: al snel druppelen er meer motoren binnen met allerhande, meestal kleine schade na valpartijen. Het is meteen een wake-upcall om het de komende dagen rustiger aan te doen, doel is toch wel om de Trophy uit te rijden.
In het bivak is elke avond wel iets te beleven, zo staat er vandaag een heus mobiel museum opgesteld rond 40 jaar Ténéré-geschiedenis. Iets verder kan je workshops volgen rond ‘offroad damage repair’ of ‘remote area life support’. Om het plaatje compleet te maken, mogen we na het avondeten genieten van de wervelende verhalen van wereldreiziger Nick Sanders. De man ziet er verwaaid uit, je zou ook van minder als je al tien (!) keer de wereld bent rondgereisd.
Hij vertelt bevlogen over elke trip, van zijn eerste reis met een Royal Enfield tot de marathontrips op zijn Yamaha R1. Sanders is ontwapenend en chaotisch, en hij geeft ons ook iets moois mee om straks in onze slaapzak over na te denken: hij heeft er bewust voor gekozen om tijd en ervaringen te vergaren in plaats van vermogen, dat is zijn visie op het leven. De bedenking dat je daar in de eerste plaats natuurlijk ook wel de middelen voor moet hebben, slik ik gemakshalve maar even in.
In mijn haast om de volgende ochtend snel op te kramen, trap ik de zuignippel van mijn CamelBak kapot. Gelukkig heb ik er eentje reserve … helaas wel thuis, moet ik al gauw vaststellen. En zo is de hele trip een aaneenschakeling van kleine accidentjes: de kabel van mijn iPhone begeeft het, mijn Kappa koffers vallen er verschillende keren af (soms wel en soms niet door mijn eigen dommigheid), ik vergeet mijn handschoenen in een restaurant, mijn stuur raakt krom (en weer recht), mijn helm valt van mijn motor, ik heb mijn handkappen verkeerd gemonteerd waardoor het gas blijft hangen, ik vergeet mijn rubbers van de voetsteunen te halen, de zijstandaardverbreder kiest met regelmaat van de klok het hazenpad (net als de rubber beschermvlakken aan beide kanten van de motor), ik leg de Ténéré neer in een flauwe bocht waardoor de koffers ei zo na mijn kuitbeen kraken, ik kom met beide ballen hard neer op de dubbele tankdoppen van de World Raid (alsof ze ervoor gemaakt zijn), ik knal met mijn koffers tegen een rots, en ga zo maar door…
Ondanks die vele euveltjes genieten we de hele week met volle teugen. Ook letterlijk, want elke avond na het opzetten van de tent is het tijd voor frisse biertjes – ook als het zoals vanavond pijpenstelen regent. De ochtendzon krijgt de tijd niet om onze tenten te drogen want om zeven uur staan we al gepakt en gezakt klaar om te vertrekken.
Maar liefst 20.000 blikseminslagen kreeg Frankrijk de voorbije nacht te verduren, de zware regenval heeft in verschillende delen van het land voor wateroverlast gezorgd. In de route van vandaag zit ook een rivieroversteek, waar we toch maar vriendelijk voor bedanken; aan de overkant staat een moedige deelnemer visjes uit zijn luchtfilterkast te scheppen. Op de Col de la Croix Morand wanen we ons even in de Schotse Highlands, we sturen door de Auvergne en wijken kort van het parcours af richting de Gorges de Courgoul. Uitgerekend in deze anonieme kloof rijdt een van mijn kompanen plat, maar geen nood: volgens Arnaud heeft elke boer een compressor in huis … en dat blijkt warempel nog waar te zijn ook, dus in geen tijd sluiten we weer aan op de route.
Hier in het Centraal Massief zit de balans tussen on- en offroad goed, dat is iets minder het geval voor mijn vering. Door de zware belading achteraan is de voorkant te licht, waardoor het lijkt alsof elke steen waar ik overheen rijd pas een fractie later wordt opgevangen. Ik zou mijn bagage kunnen meesturen met het transport, maar ik blijf koppig weigeren. Karma is een b*tch, zo blijkt, want nog diezelfde dag kukelt de rechter koffer er nog maar eens af – gelukkig zonder iemand te raken.
Het is eindelijk gestopt met regenen, waardoor ik in het bivak ook weer wat meer tijd maak om een wandelingetje te maken en aan de praat te raken met andere deelnemers. Voor Willem uit Nederland is deze TTT dan weer een testcase voor een reis van Kaap tot Kaap: eerst naar de Noordkaap, dan terug naar zijn thuisbasis en van daaruit over een periode van drie maanden langs de westkust naar de Zuidkaap.
Vol gezonde jaloezie drentel ik rond zijn Ténéré met grotere Acerbis tank, allerhande uitgekiende soft-luggage en zelfs een mechanische Scottoiler met handmatig pompsysteem. “Hoe minder elektronica en hoe meer technische eenvoud, hoe meer kans op slagen”, geeft Willem nog mee.
De voorlaatste dag brengt enkel asfalt en eindigt in het mondaine Andorra, waar ons een hotelovernachting wacht. Het ruwere landschap kondigt de Pyreneeën aan, net als de kruidige geuren van de lage begroeiing langs de uitdagende kronkelbaantjes. Hoewel de Agly, de rivier die deze kloof vormgegeven heeft, uitnodigt tot een verfrissende duik, hebben we meer zin om de noppen rond te rijden in de Pyrénées-Orientales. In deze prachtige streek passeren we dorpjes en kerken waar de gelovigen al serieus gemotiveerd moeten zijn om te gaan bidden…
De D619 vanuit Saint Paul-de-Fenouillet tot in Prades zal nog lang blijven nazinderen. Op 2.500 meter hoogte vergapen we ons aan het maanlandschap; van de 32 graden Celsius schieten er hierboven nog slechts 13 over, een welkome afkoeling. Routes zoals die van vandaag zijn exact de reden waarom ik me heb ingeschreven voor de Ténéré Travel Trophy: veel offroad, klimmen en het daarbij horende dalen, rivierdoorwadingen, wilde paarden, koeien op weg naar de zomerweides. En tot mijn verbazing ook duimpjes omhoog van bergwandelaars, 4X4-rijders, boeren en andere Spanjaarden. Een verademing.
De Travel Trophy biedt rijders van elk allooi een platform om te ontsnappen aan de ratrace en inspiratie op te doen voor nieuwe trips. En om de belevenissen en het stof van de dag weg te spoelen met een fris biertje.
Tekst Stefaan Buyze • Fotografie Matt Mulet, SB, TTT