10 tips om betere motorfoto’s te maken

Vertrek je binnenkort met de motor op reis, dan wil je uiteraard met fraaie kiekjes terugkeren om de thuisblijvers te laten meegenieten. Met de digitale hulpmiddelen van tegenwoordig kan je foto’s al flink bewerken, maar als de basis niet in orde is zullen al die truken van de foor nog maar weinig hulp bieden. Bij dezen: tien basistips om betere foto’s van je motor te maken, met dank aan fotograaf annex plaatjestovenaar Jonathan Godin!

1. Denk aan de achtergrond
Wil je een mooie foto van je motor maken, denk dan na over waar je de motor zet en waar je als fotograaf gaat staan. Neem het voorbeeld van de Transalp hier aan de boorden van de Maas. Prima locatie als achtergrond met op zich weinig storende elementen. Hou het kasteel in de achtergrond sowieso volledig links van de motor en parkeer het voorwiel ook niet voor de struik links onderaan in beeld. Hou je het fototoestel hoog, dan zit de motor volledig voor het groen van de bomen en het water, waardoor de Honda er echt uitspringt. Hou je het fototoestel laag, dan verdwijnt een deel van het windscherm in de spiegels in de lichte achtergrond van de lucht, wat er al een pak minder fraai uitziet.

2. Opgelet met licht en schaduw
Baadt de omgeving in het zonlicht en staat je motor in de schaduw van een boom geparkeerd, dan zal je machine totaal wegvallen in de foto. Goede foto’s nemen vraagt een beetje moeite. Dus verplaats de motor totdat hij volledig uit de schaduw van de bomen komt en hij zal veel beter belicht worden.

3. Maak gebruik van het perspectief
Wil je je motor voor een mooi gebouw fotograferen, dan moet je je machine niet vlak voor de deur parkeren. Anders staat je motor er heel klein op. Probeer je motor een aantal meter voor het gebouw te plaatsen, dan zullen de verhoudingen beter kloppen. Al zit het soms ingewikkelder in mekaar, zoals dit voorbeeld illustreert. In de eerste foto staat de motor weliswaar ver voor het gebouw, maar het allegaartje van lijnen (in de tegels, de trappen van het gebouw, de ramen, de specifieke poortdeur) zorgen voor veel te veel onrust in het beeld. Recht voor de poort werkt veel beter – maar niet vanuit een laag standpunt want dan vallen de lijnen van de betontegels weg.

4. Opgelet met helmen, kleding en fluo hesjes
De openingsfoto boven dit stuk zegt op dat vlak alles: hoewel de locatie en de positie van de motor, de motorrijder en de fotograaf kloppen, verpest één item het complete beeld: het fluo hesje dat alle aandacht naar zich toe zuigt. Let er ook op dat er geen helm, een paar handschoenen of godbetert een half opgegeten sandwich op de motor ligt als je een statische foto van je machine neemt. Want daar draait die foto niet om.

5. Aan de kant! De rechterkant!
Doorgaans is de rechterkant van de motor de gemakkelijkste kant om te fotograferen, vooral als de motorfiets op zijn zijstandaard staat. Dan helt de motor naar links over, waardoor de rechterkant van de machine meer zonlicht vangt en dus beter belicht is.

6. Gebruik de motor
Reis je met de motor, dan heb je je motor altijd bij (of dat is toch de bedoeling). Je kan de motorfiets dan ook als element gebruiken om iemand te portretteren. In bijgaand voorbeeld gaat de voorkeur uit naar de foto waarbij de fotograaf het lage standpunt inneemt. Met het fototoestel hoog is de achtergrond van de foto te groen en zitten er te veel storende elementen in het beeld. In het lage standpunt gaat er meer aandacht naar de persoon die geportretteerd wordt.

7. Safety first
Het allerbelangrijkste: zorg voor een veilige omgeving voor de motorrijder en de fotograaf. Een actiefoto met de knie aan de grond op een drukke rotonde in het centrum van Rome is niet veilig voor de motorrijder, niet voor de fotograaf en niet voor de omstanders. Zorg dat de bocht overzichtelijk is voor de motorrijder en dat ook de fotograaf een beetje afstand kan nemen. De ideale fotobocht is een bocht waar je niet loeihard moet rijden om een beetje hellingshoek te nemen en waarbij de hele bocht ofwel droog ofwel nat is. Een bocht waarbij je als motorrijder moet slalommen tussen de natte plekken is absoluut af te raden. Is de omgeving niet veilig, ga dan voor een position switch!

8. Storende elementen
Denk ook bij actiefoto’s na over de achtergrond en eventuele storende elementen. Beide foto’s zijn genomen op dezelfde plaats, waar het landschap en de asfaltweg die erdoorheen kronkelt heel veel diepte in het beeld geeft. In de ene foto storen de pijlen rechts onderin, net als de hoogspanningsmast in de achtergrond. In de goede foto zijn de elementen niet aanwezig en de windturbine aan de einder stoort hoegenaamd niet.

9. Denk na over de sluitertijd
Met een snelle sluitertijd maak je haarscherpe foto’s, maar bevries je het beeld. In de eerste foto van de Transalp in de bocht zit geen greintje snelheid, want ook de spaken zijn scherp zodat de wielen niet de indruk geven te draaien. Met een tragere sluitertijd wordt het groen waziger en zijn ook de wielen onscherp, waardoor je een snelheidsgevoel creëert.

Voor de muur wordt het verschil in sluitertijd nog beter geïllustreerd, het waas in de muur zorgt voor snelheid. Foto 1 is zoals het hoort (met een tragere sluitertijd), foto 2 is met een snelle sluitertijd (minder actie) en foto 3 (met snelle sluitertijd en fluo hesje) is helemaal not done omdat er geen actie in de foto zit en het fluo met alle aandacht gaat lopen.

10. Draag een zonnebril, of een helm met donker vizier
Iedere motorrijder kent de stelregel ‘waar je naar kijkt, daar rij je naartoe’. Kijk je tijdens de fotoshoot (al dan niet toevallig) naar de fotograaf in plaats van door je bocht, dan zal de foto er heel vreemd uitzien. Met een zonnebril of donker vizier kan niemand je ogen zien, dus daardoor kan de foto al niet mislukken.

Verder nog iets?
Yep! Ten eerste: Ben je op reis met de motor, denk er dan aan dat de fotografie over meer moet gaan dan enkel je motor. Ook je reis draait immers om veel meer dan de motor alleen. Maak eens een portret, fotografeer een kleurrijke gevel, maak een plaatje van een fantastisch gerecht dat ze je voorschotelen. Aangevuld met alle mooie foto’s van je motor krijg je een perfect overzicht van wat je reis inhield.

Ten tweede: Besteed aandacht aan je kledingkeuze. Uiteraard ga je voor veilige en comfortabele motorkleding, maar denk ook een beetje na over de looks. Rij je op een zwarte motor en draag je een zwart motorpak en zwarte helm, dan worden de actiefoto’s één zwarte massa. Kies in dat geval voor iets lichtere kleding, maar vermijd al te opvallende kleuren die alle aandacht naar zich toe zuigen. Heb je een gekleurde motor, kies dan motorkleding die daar qua tint bij aansluit. In ons voorbeeld komen de blauwe en rode accenten van de Honda Transalp mooi terug in de Ixon Eddas jas. De AGV dual purpose helm is standaard nogal saai zwart, hier breekt een decal kit van Signature Custom Designs de grote vlakken.

En last but not least: Duur fotomateriaal is niet nodig! Ook met een smartphone of tablet kan je op reis hele mooie foto’s maken, als je maar over de basis nadenkt. Check of er geen storende elementen in de achtergrond zitten, denk na over de plaats die je zelf inneemt als je foto maakt en probeer eens iets creatiefs. Met de moderne software kan je op computer je foto’s achteraf naar hartenlust bewerken, maar zorg er in ieder geval voor dat het basismateriaal waarmee je thuiskomt in orde is.

Tekst Bart De Schampheleire, Jonathan Godin • Fotografie Jonathan Godin