In Assen is Lukens Tuning Service dagelijks in de weer met de aanpassing van motoren voor mensen met een beperking. Toch draait deze aflevering van ‘Hoe maakt u het?’ niet alleen om Albert Lukens en zijn vaardigheden, want met Motor Mobiliteit voor Gehandicapten vind je in Noord-Nederland een uniek en bijzonder waardevol collectief van mensen die een passie delen: zo veel mogelijk mensen met een mentale of fysieke beperking helpen met de realisatie van hun droom om (opnieuw) met de motor te kunnen rijden.
Ruim vier uur ben ik op de motor onderweg geweest als ik de machine parkeer op het terrein van rijschool Koops waar ook Lukens Tuning Service zijn atelier heeft en de mensen van Motor Mobiliteit voor Gehandicapten verzamelen. Ik word ontvangen door Albert Lukens en Rob Janssen, de man die bijna dertig jaar geleden een beetje per toeval de aanzet gaf voor wat zou uitgroeien tot een uniek samenwerkingsverband.
“Ik heb twintig jaar aan dragracen gedaan en werkte voor verschillende raceteams, zo ook voor het zijspanteam van Streuer waarvoor ik een pneumatisch aangestuurd schakelsysteem ontwikkelde. Op een bepaald moment sprak een persoon met een beperking me daarop aan, dat die pneumatische schakeling motorrijden opnieuw mogelijk zou kunnen maken voor hen. Dáár is het allemaal begonnen”, graaft Rob in z’n geheugen.
Het uitgangspunt voor Janssen was eenvoudig, de uitwerking een stuk minder. “In de racerij doe je als technicus niks anders dan de motor aanpassen aan de racer om ze samen zo snel mogelijk te maken. De motor aanpassen aan de mogelijkheden van een persoon met een beperking ligt perfect in het verlengde daarvan. Het grote voordeel was dat ik al met aardig wat technieken ervaring had uit de racerij. In het dragracen bedien je ook meerdere hendels met één hand en vanaf het begin bleek het pneumatisch schakelsysteem bijzonder nuttig om mensen met een beperking aan de onderste ledematen te helpen”, zegt Rob over de technische kant van de zaak.
De projectgroep Motor Mobiliteit voor Gehandicapten werd in 1995 voorgesteld en er was meteen interesse van het CBR, het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen dat in Nederland nagaat of iemand in staat is om deel te nemen aan het verkeer en zo ja, welke aanpassingen aan het voertuig noodzakelijk zijn. Ook orthopedisch instrumentenmaker Wilfred Mijnheer van Stel Orthopedie sloot zich al snel bij het samenwerkingsverband aan, net als rijschool Koops. In het begin voerde Rob Janssen de technische aanpassingen aan de motor uit, toen hij in 2013 met pensioen ging nam Albert Lukens met Lukens Tuning Service die taak over. Ook Lukens heeft een achtergrond in de racerij en werkte in verschillende motorgarages.
Ik heb geluk, op de dag dat ik Lukens Tuning Service bezoek houdt het CBR net een intake-dag voor mensen met een beperking die de ambitie hebben om (opnieuw) te gaan motorrijden.
“Tijdens zo’n intakegesprek zullen we de persoon in kwestie uitgebreid spreken over zijn beperkingen, al leggen we vooral de nadruk op wat er binnen het wettelijk kader wél nog allemaal mogelijk is voor hem of haar. Daarna neemt de persoon plaats op de Bodycheck om te kijken of hij of zij nog over de fysieke mogelijkheden beschikt om een motor te besturen. Want nadat een motor is aangepast aan de eventuele fysieke beperkingen van de motorrijder, moet die uiteraard net zoveel controle over zijn machine hebben als een motorrijder zonder beperking”, vertelt Jaap Went van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
Kwestie van meteen de daad bij het woord te voegen word ik meegenomen naar het atelier van Albert Lukens en mag ik plaatsnemen op de Bodycheck. Die ziet eruit als een multi-instelbare motor, maar dan zonder wielen en gemonteerd op scharnieren die een zijwaartse kanteling toelaten. De zithoogte wordt voor me afgesteld (was dat maar eens mogelijk op alle motoren!) waarna ik me op een oranje lamp moet concentreren en van zodra die oplicht in het remhendel moet knijpen. De opdracht is om dat binnen de halve seconde te doen, sensoren meten mijn reactietijd. Achtereenvolgens vraagt Jaap me om zo hard als mogelijk in het remhendel en het koppelingshendel te knijpen, daarna moet ik het stuur afwisselend links en rechts zo krachtig mogelijk van me wegduwen en naar me toe trekken.
Volgende proef: van zodra de oranje lamp oplicht binnen de halve seconde mijn voet op de vloerplaat-met-sensor zetten, in een andere proef worden de scharnieren losgezet en moet ik de motor afwisselend links en rechts zien op te vangen door mijn voet op de grond te zetten.
“Mensen stellen soms vragen bij die procedures, in de zin van ‘waarom moet ik de motor zowel links als rechts kunnen opvangen als ik uit gewoonte altijd mijn linkervoet aan de grond zet?’ – welnu, simpelweg omdat je als motorrijder de situaties waarin je terechtkomt niet altijd kunt voorzien, je moet ook de motor met je rechterbeen in balans kunnen houden. En de reactietijden zijn gebaseerd op heel veel tests met motorrijders”, argumenteert Jaap Went.
Het valt me op dat de proefjes ook voor een motorrijder zonder beperking niet te onderschatten zijn, maar tegelijk zijn de criteria om als persoon met een beperking te mogen deelnemen aan het verkeer wel helder en duidelijk.
Is de Bodycheck-motor en zijn aanpasbaarheid al indrukwekkend, dan maakt de volgende stap zo mogelijk nog meer indruk. Lukens heeft een Suzuki SVF650 Gladius compleet verbouwd en multi-aanpasbaar gemaakt, naar het voorbeeld van de Bodycheck. Rij je met een rechter voorarmprothese en heb je daarom een motor nodig met alle bedieningshendels en -knoppen links, dan kan Albert Lukens de lesmotor in de spreekwoordelijke handomdraai ombouwen.
Hetzelfde met alle bedieningshendels rechts op het stuur, en ook ter hoogte van voetsteunen en pedalen kan alles aangepast worden aan iemand die met een linker- of rechter beenprothese rijdt. Weer mag ik plaatsnemen, deze keer onder toezicht van Wiebe Hof, gespecialiseerd in motorrijles geven aan mensen met een beperking. Alle bedieningshendels voor de motor staan op de linker stuurhelft. Het gas hoor ik met een klassiek gashendel te bedienen, ik moet met mijn vier vingers in het remhendel knijpen terwijl ik de koppeling hoor te bedienen met mijn duim.
Redelijk complex voor iemand die al een kwarteeuw op een motor met de klassieke lay-out van de bedieningshendels rijdt. Als Wiebe me vraagt om te remmen, te ontkoppelen én de richtingaanwijzer te bedienen, slaan de stoppen in mijn hersenpan door en kan ik maar één ding zeggen: ik heb een duim te weinig! “Mensen die al motor gereden hebben en na een ongeval of ziekte bij ons komen om te leren rijden met een aangepaste motor, moeten we vaak hun oude gewoontes afleren. Bij wie nog nooit met de motor reed, beperkt het proces zich tot dingen aanleren”, aldus Hof.
Dat het ondanks de gedegen screening vooraf en de deskundige begeleiding van Wiebe niet altijd vlekkeloos verloopt, bewijzen de foto’s die Albert Lukens me toont. “Een tijdje geleden kwam een cursist nog met de lesmotor in de sloot terecht en ging helemaal kopje onder. Ben ik toch even mee bezig geweest om de lesmotor terug rijklaar te krijgen”, lacht de technicus.
Terug naar het lekker warme atelier van Albert voor de technische kant van de zaak. Omdat geen enkele motorrijder gelijk is en omdat elke beperking anders is, staat het woord ‘standaardoplossing’ niet in Lukens’ woordenboek. “Uiteraard is alles maatwerk. Niet alleen omdat de motorrijder omwille van zijn beperking specifieke aanpassingen aan de motor vraagt, maar ook omdat de basismotoren verschillen. We adviseren de motorrijder daarin, al is hij natuurlijk vrij om zijn eigen zin te doen.”
“Naked bikes en allroads zijn de gemakkelijkste motoren om aan te passen omdat je veel plaats hebt om je technische ding te doen. Sportmotoren zijn een stuk moeilijker, precies omdat er veel minder ruimte voorhanden is om de technische aanpassingen uit te voeren. Als iemand koste wat het kost toch een sportmotor wil ombouwen, dan houden we hem niet tegen, maar zullen we hem vooraf wel zeggen dat de kostprijs een pak hoger zal liggen.”
“We merken trouwens dat de meeste motorrijders met een beperking langer dan de doorsnee motorrijder op hun motor blijven rijden. De meeste aanpassingen zijn niet zomaar over te bouwen van de ene naar de andere motor, vandaar dat ze langer met hun motor blijven rijden. Ook daarin verschillen de rijders echter, ondanks hun beperking en de dure ombouw van motoren willen sommigen toch om de twee jaar een nieuwe machine onder de billen. Sommige rijders gaan daar financieel heel ver in, net zoals het voor andere potentiële motorrijders al ophoudt als ze vernemen dat een armprothese om mee motor te rijden vijf- à zesduizend euro kost. Iedereen maakt daar zijn eigen keuzes in”, weet Albert Lukens.
Lukens is de Benelux-verdeler van het Easy Shift schakelsysteem, een elektromagnetisch schakelsysteem met bediening op het stuur. “Gemakkelijk te installeren, van zodra er 12 Volt aan boord is past het altijd”, lacht Albert die tegenwoordig wel steeds vaker wakker ligt van de elektronische kant van de zaak waardoor motoren steeds lastiger worden om aan te passen. “CanBus-systemen zijn voor mij geen zegen. Tegenwoordig loop ik steeds vaker tegen elektronische beperkingen aan om een motor aan te passen, bijvoorbeeld omdat er verschillende functies in één elektronische bedieningsknop zijn samengebracht. Om die elektronica te gaan aanpassen of herschrijven, dat is onbegonnen werk. Vandaar dat ik in sommige gevallen probeer om een technische aanpassing te verzinnen voor een elektronisch probleem”, meldt de minzame Nederlander.
Het nobele doel om zo veel mogelijk mensen met een beperking bij te staan om (opnieuw) motorrijder te worden, doet de hele organisatie baden in een heel positieve sfeer. Lukens bevestigt: “Mocht ik veel geld willen verdienen, kan ik de tent beter sluiten en wat anders gaan doen. Maar de dankbaarheid van mensen die door onze gezamenlijke inspanningen toch kunnen motorrijden of opnieuw kunnen motorrijden is enorm.” “We hebben hier al grote, stoere mannen zien huilen van geluk”, voegt Wiebe Hof eraan toe.
Het beste bewijs van het feit dat Lukens en co tot grote technische aanpassingen in staat zijn, is de onherkenbaar getransformeerde Yamaha XT660 van Leendert en Ria Poortenaar. Leendert is 1,28 meter groot, zijn echtgenote Ria is nog acht centimeter kleiner. Voor hen paste Rob Janssen eerst een Kawasaki LTD250 aan, maar omdat de Poortenaars ondanks hun kleine gestalte toch grote motorreizen maken, bleek die machine daarvoor te licht.
Voor hun nieuwe motor (de Kawasaki LTD250 staat binnen de Motor Mobiliteit voor Gehandicapten bekend als de ‘Poortenaar 1’) werd een Yamaha XT660 als basismotor genomen. Om die zo laag mogelijk te krijgen werd het frame achter het motorblok letterlijk in tweeën gezaagd en zijn enkel de wielen en het motorblok nog origineel. De Poortenaar 2 leverde de stichting Motor Mobiliteit voor Gehandicapten landelijke bekendheid op en als erkenning voor het geleverde werk grijpen Leendert en Ria elke kans om de werkzaamheden van Lukens en co in de schijnwerpers te zetten. Wat ons betreft meer dan terecht.
Meer info op www.mmvg.nl
Meer info over de wetgeving rond motorrijden met een beperking vind je hier.
Tekst Bart De Schampheleire • Fotografie Henny B. Stern, Evan Quetsch