Motorpresentaties zijn zelden episch, om er even een modewoord tegenaan te kletsen. Veelal wordt er richting Zuid-Europa gevlogen. Niks mis mee, begrijp me niet verkeerd. Maar als je voor de vijfde keer in een jaar tijd dezelfde weg opdraait in de buurt van Sevilla, dan mag die weg nog zo geweldig zijn, de glans gaat er wat af, zeg maar. Verwend? Moi? Je hebt uiteraard occasionele uitschieters van de soort ‘New York’.’ De herinnering aan Times Square met z’n schreeuwerige billboards oversteken op de motor zal een stevig geval van Alzheimer vergen om ooit vergeten te raken.
Of Japan, waar het aanschouwen van een gymkana met vorkheftrucks, ondertussen een knoeper van een jetlag verbijtend, surrealisme is van de soort die ‘Lost in Translation’ een Oscar heeft opgeleverd. Maar ik heb qua locatie nog maar zelden een ‘life altering’ moment meegemaakt op een motorpresentatie. Want hoewel ik regelmatig beweer dat ik al een heel stuk van de wereld heb gezien, is de realiteit dat ik nog maar zelden weggerukt ben uit de leefwereld die genoegzaam als ‘westers’ wordt omschreven. New York en Japan vormen daarop geen uitzondering. Echt avontuurlijk of spannend wordt het zelden. Ik ben ook geen vragende partij voor extra spanning. Ik ben nogal van het nerveuze type, dat z’n leven graag als een aaneenschakeling van groene verkeerslichten wil zien. Dingen als voedselvergiftiging, tijgermuggen of roversbendes zijn zaken die ik actief uit de weg ga, omdat ik van nature al bloednerveus word van iemand die in de Colruyt tegen het op de grond aangeduide verkeer in door de winkelrekken slentert met z’n oversized kar. Of van het feit dat ‘Temptation Island’ als voorpaginanieuws beschouwd moet worden. Niet dat ik OCD-gewijs door het leven schuifel, maar het scheelt niet veel. Marokko heeft daar verandering in gebracht. Als je gezien hebt hoe een kind van 13 langs een drukke weg drie versleten fietsbanden aan de man probeert te brengen, geflankeerd door een kereltje van 10 dat een berg cement probeert te gelde te maken, dan doet dat wat met een mens. Ik was niet voorbereid op Marokko. Ik ging uit van een redelijk verwesterd Afrikaans land. Maar slechts een halfuur ten zuiden van Marrakech, aan de voet van de Atlas, daar is niks westers. Daar is … niks. Je vindt er occasioneel een stad of een dorp te midden van onherbergzame woestenij. Met mensen die er leven.
En geen idee waarvan ze leven, waarvoor ze leven of hoe ze leven. Je ziet schapenhoeders. Een markt. En dat is het zo’n beetje. Geen Starbucks, geen McDonalds. En al zeker geen op de grond aangeduid verkeer in de Colruyt. Hier vallen immers geen klanten te rapen. Als je hier keihard je best doet, kan je later misschien een afgeragde Mercedes kopen met een miljoen kilometer op de teller. Aandoenlijk is de blijdschap van de kinderen in die dorpen als je met de motor voorbijrijdt. Ze gaan langs de weg staan en vragen een high five. Breed lachend. Sommigen gooien al eens een sneeuwbal. Ach wat. Maar het contrast met de adolescenten is enorm. Die draaien je net niet opzettelijk de rug toe, terwijl je enkel een grauwe, doffe blik wordt gegund. Het is een blik ontdaan van kinderlijke spontaniteit, van aan banden gelegde dromen. Het is een blik die ik niet in de ogen durfde te kijken. Uit plaatsvervangende schaamte. Kom ik hier een beetje aanzetten met m’n dikke motorfiets met handvatverwarming en een helm die meer kost dan het gemiddelde maandloon. Een hoop beslommeringen meesleurend die zover van de keiharde realiteit zijn verwijderd, dat het onverbloemd belachelijk genoemd mag worden. Marokko is misschien wel de dichtstbijzijnde realiteit vanuit onze contreien. Slechts een sprong over de Middellandse Zee. Velen wagen die sprong dezer dagen, veelal in gammele bootjes. En ik begrijp die sprong nu beter dan ooit. Want als dit Marokko is, wat moet pakweg Syrië dan zijn? Dus misschien moeten wij die sprong ook af en toe eens wagen. Al dan niet op de motor. Want Marokko is naast bloedmooi ook realiteit. Ik heb geleerd dat het mij intussen totaal ontbreekt aan realiteitszin. Dat het ons allemaal ontbreekt aan realiteitszin, met pakweg schreeuwerige billboards, vorkheftruckgymkana’s, verkeersregels in de supermarkt of ‘Temptation Island’ als voorpaginanieuws. Daarom staat Marokko bij deze ‘Toeren’ op de voorpagina. En intussen ook op jouw lijst van reisbestemmingen, mag ik hopen…
Pieter Ryckaert, hoofdredacteur Motorrijder